Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3669/SGA, 23 november 2012, schorsing
Uitspraakdatum:23-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3669/SGA

Betreft: [klager] datum: 23 november 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. J.J. Eizenga, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de het Detentiecentrum Rotterdam.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormeld detentiecentrum van 22 november 2012, inhoudende de oplegging van een ordemaatregel
van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van vijf dagen, ingaande op 22 november 2012 om 16.00 uur en eindigend op 27 november 2012 om 16.00 uur, wegens het niet meewerken aan de uitvoering van een bevel van de officier van
justitie tot afname van DNA-materiaal.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 22 november 2012 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 23 november 2012.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. Verzoeker weigert mee te werken aan een justitieel bevel en krijgt tijdens de duur van de afzonderingsmaatregel meermalen de gelegenheid alsnog mee te
werken in welke geval de afzonderingsmaatregel zal worden beëindigd. Uit de inlichtingen van de directeur komt (onder meer) naar voren dat, indien een gedetineerde blijft weigeren om mee te werken, de DNA-afname onder dwang kan geschieden. Niet valt
daarom in te zien waarom thans – verzoeker is immers gedetineerd – niet kan worden volstaan met het herhaald verzoeken om medewerking en waarom een ordemaatregel van afzondering noodzakelijk is, anders dan om de gedetineerde onder druk te zetten en hem
op die manier zo ver te krijgen dat hij alsnog zijn medewerking verleent. Die grond staat niet vermeld in artikel 23, eerste lid, van de Pbw. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat de bestreden beslissing is genomen in strijd met de wet. Het verzoek
komt daarom voor toewijzing in aanmerking.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 23 november 2012.

secretaris voorzitter

Naar boven