Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2240/GA, 23 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2240/GA

betreft: [klager] datum: 23 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Sittard,

gericht tegen een uitspraak van 16 juli 2012 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager, voor zover daartegen beroep is ingesteld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 november 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn gehoord [...] en [...], respectievelijk plaatsvervangend vestigingsdirecteur en juridisch medewerker bij de locatie Sittard. Hoewel
voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van uitsluiting van deelname aan een of meer bepaalde activiteiten, te weten de fitness, voor de duur van vier weken, wegens de bedreiging van de sportinstructeur.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en heeft aan klager een tegemoetkoming toegekend van € 5,=.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Uit het rapport blijkt dat klager tot tweemaal toe de door de sportinstructeur gegeven opdracht om op te ruimen heeft geweigerd. In de daarop
volgende discussie heeft klager de sportinstructeur een grote mond gegeven en zich bedreigend uitgelaten. Hoewel klager, die een behoorlijk postuur heeft, stelt dat hij niet heeft bedoeld om de sportinstructeur te bedreigen, heeft de sportinstructeur
klagers gedrag wel als bedreigend ervaren. De betreffende sportinstructeur maakt slechts zelden rapporten op. Voor de directeur is het duidelijk dat klager de sportinstructeur heeft bedreigd en om die reden is aan klager een disciplinaire straf
opgelegd. Desgevraagd antwoordt de directeur dat geen beroep is ingesteld tegen de beslissing van de beklagcommissie waarbij het beklag gegrond is verklaard voor zover de disciplinaire straf is opgelegd voor een periode van meer dan twee weken.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat geen beroep is ingesteld tegen de beslissing van de beklagcommissie waarbij het beklag gegrond is verklaard voor zover de disciplinaire straf is opgelegd voor een periode van meer dan twee weken. In deze uitspraak
staat ter beoordeling de vraag of de directeur heeft kunnen beslissen klager een disciplinaire straf van uitsluiting van deelname aan de fitness, voor de duur van twee weken, op te leggen.

Op basis van het schriftelijk verslag van 14 juni 2012 dat is opgemaakt door de sportinstructeur en de inlichtingen van de directeur, acht de beroepscommissie het voldoende aannemelijk dat klager zich tijdens de woordenwisseling met de sportinstructeur
bedreigend heeft uitgelaten jegens de sportinstructeur. Dat klager niet de intentie heeft gehad om de sportinstructeur te bedreigen, doet hier niet aan af. Bovenstaand gedrag van klager kan naar het oordeel van de beroepscommissie de oplegging van de
bestreden disciplinaire straf rechtvaardigen. Daarbij neemt de beroepscommissie in aanmerking dat – nu dit door klager niet is weersproken – klager heeft geweigerd te voldoen aan de herhaaldelijk gegeven opdracht van de sportinstructeur om de gewichten
van het fitnesstoestel op te ruimen. Het beroep van de directeur zal derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal, voor zover daartegen beroep is ingesteld, worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld, en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 23 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven