Nummer: 12/2835/GB
Betreft: [klager] datum: 15 november 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Sol, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 6 september 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Maashegge te Overloon ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 17 mei 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen. Op 1 augustus 2012 is hij geplaatst in de z.b.b.i. van de locatie Maashegge te Overloon, waar een regime van
algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Klager heeft vanuit de b.b.i. van de locatie Norgerhaven verzocht om te worden geplaatst in een z.b.b.i. Hij heeft aangeven dat zijn voorkeur uitgaat naar De Marstal te
Zeeland, aangezien die inrichting in de buurt is van zijn verlofadres en zijn zussen en dochter in de buurt wonen. Klager heeft tijdens zijn detentie zijn moeder en een zus verloren. Sindsdien is de familieband nog hechter geworden. De
selectiefunctionaris geeft alleen in algemene termen aan waarom klager niet is geselecteerd voor De Marstal en onderbouwt niet waarom capaciteitsmogelijkheden, de woonplaats van klager, reis(on)mogelijkheden of de onderbouwing van klagers verzoek in de
weg staan aan plaatsing in De Marstal.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Klager komt in aanmerking voor een zogenoemd “gestapeld traject”. Indien plaatsing in de z.b.b.i. goed verloopt, kan hij vanaf 14 januari 2013
deelnemen aan een penitentiair programma. Klager heeft aangegeven dat zijn voorkeur uitgaat naar De Marstal. Indien een gedetineerde een voorkeur aangeeft, betekent dit niet altijd dat daar ook gehoor aan wordt gegeven. Het is één van de factoren die
wordt meegewogen. Daarnaast dient ook rekening te worden gehouden met andere factoren zoals capaciteitsmogelijkheden, woonplaats, reis(on)mogelijkheden en de onderbouwing van de voorkeur. Klager kwam reeds vanaf 18 juli 2012 in aanmerking voor
plaatsing
in een z.b.b.i. Omdat de startdatum van het stapeltraject ten tijde van de selectiebeslissing van 30 juli 2012 reeds was verstreken en de selectiefunctionaris het gestapelde traject zo spoedig mogelijk wilde laten aanvangen, is daarom gekozen voor
plaatsing in de z.b.b.i. met de kortste wachtlijst; de locatie Maashegge.
4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris tot plaatsing in de locatie Maashegge kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in
aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris er rekening mee heeft gehouden dat ten tijde van de selectiebeslissing de startdatum van het gestapelde traject reeds was verstreken en de z.b.b.i. van de locatie Maashegge de kortste wachtlijst had.
Bovendien is de locatie Maashegge in Overloon op relatief korte afstand gelegen van De Marstal te Zeeland. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 15 november 2012
secretaris voorzitter