Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2192/GA, 13 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:13-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2192/GA

betreft: [klager] datum: 13 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie De Boschpoort Breda,

gericht tegen een uitspraak van 12 juli 2012 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 oktober 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. R. van den Hemel, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie De
Boschpoort Breda.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel, wegens het opsparen van medicatie.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is op 2 maart 2012 binnengekomen in de inrichting. Op 9 mei 2012 is tijdens een uitgebreide celinspectie medicatie (Amoxicilline)
aangetroffen. Zes pillen zaten in een doosje. Klager heeft aangegeven dat hij de medicijnen in de p.i. Grave heeft gekregen. Hij heeft niet aangegeven dat er in het doosje andere medicatie zat, namelijk Ibuprofen. Klager heeft twee maanden de tijd
gehad
om de huisregels door te lezen.
Er zijn geen medicijnen aangetroffen bij de controle van de goederen van klager vanuit de p.i. Grave. Er heeft slechts één uitgebreide celinspectie plaatsgevonden op 9 mei 2012. Het hoofd Medische Dienst stelt dat klager geen antibiotica bij zich had
uit de p.i. Grave. De tandarts heeft op 6 maart 2012 klager een antibioticakuur voorgeschreven, die op 12 maart 2012 zou zijn afgelopen. Klager had op 9 mei 2012 antibiotica van maart op cel. Het ging dus om antibiotica die door de locatie De
Boschpoort
was voorgeschreven. Klager heeft tegen het advies van de medische dienst in de kuur niet afgemaakt.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager benadrukt dat de gevonden medicatie geen antibiotica betrof. Het betrof Ibuprofen dat hij had gestopt in een doosje Amoxicilline. De
Ibuprofen had klager in de p.i. Grave verstrekt gekregen in een strip van 10 tabletten. Klager had vijf tabletten over. In de locatie De Boschpoort is aan klager niet gezegd dat hij deze moet inleveren. Klager heeft wel gemeld dat hij ze bij zich had.
Het mailbericht van de medische dienst is niet redengevend. Vijf dagen strafcelplaatsing is disproportioneel. De door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming van € 25,= is te laag.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 51, eerste lid, onder a jo. artikel 50, eerste lid, van de Pbw kan de directeur een gedetineerde wegens het begaan van feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel met de ongestoorde
tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming een disciplinaire straf opleggen van opsluiting in een strafcel dan wel een andere verblijfsruimte voor ten hoogste twee weken. De beroepscommissie stelt vast dat klager in strijd met de geldende huisregels
medicatie heeft opgespaard. Dit feit vormt naar het oordeel van de beroepscommissie voor de directeur voldoende aanleiding tot het opleggen van een disciplinaire straf aan klager. Het door de directeur gemaakte verwijt richting klager is derhalve
terecht. Het beroep van de directeur zal derhalve gegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd.

De directeur heeft in het geval van klager ervoor gekozen aan klager een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel op te leggen. Op grond van de stukken en de ter zitting van de beroepscommissie gegeven toelichting kan niet worden
vastgesteld of de gevonden medicatie in de p.i. Grave aan klager is verstrekt of in de locatie De Boschpoort. Tevens kan niet worden vastgesteld wat de samenstelling van de gevonden pillen is. De stelling van de directeur dat het zware medicatie
betreft
en deze in de locatie De Boschpoort aan klager is verstrekt, is onvoldoende onderbouwd. Tegen deze achtergrond is de beroepscommissie van oordeel dat de tenuitvoerlegging van de disciplinaire straf op de eigen cel in plaats van in een strafcel meer
passend was geweest. Mitsdien zal het beklag van klager gedeeltelijk ongegrond worden verklaard voor wat betreft de oplegging van de disciplinaire straf en gedeeltelijk gegrond voor wat betreft de tenuitvoerlegging in een strafcel. Voor het gegrond
verklaarde beklag acht de beroepscommissie een tegemoetkoming aangewezen en stelt deze vast op € 12,50.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gedeeltelijk ongegrond voor wat betreft de oplegging van de disciplinaire straf en gedeeltelijk gegrond voor wat betreft de
tenuitvoerlegging van de disciplinaire straf in een strafcel.
Zij bepaalt dat klager in aanmerking komt voor een tegemoetkoming en stelt deze vast op
€ 12,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 13 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven