Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2015/GB, 12 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:12-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2015/GB

Betreft: [klager] datum: 12 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 juni 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J.B. Pieters, op 21 september 2012, in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager was sedert 19 december 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Maashegge te Overloon. Op 5 april 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Hoogeveen, waar een regime van
algehele gemeenschap geldt. Op 20 september 2012 is klager in vrijheid gesteld.

2.2. Bij uitspraak van 22 oktober 2012, met nummer 12/2346/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid van de Pbw, is het beroep van 25 juli 2012 ongegrond verklaard. Dit beroep was gericht tegen de uitspraak van 12 juli 2012
van de beklagcommissie bij de locatie Maashegge betreffende een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, om – in afwachting van klagers herselectie – te voorkomen dat klager, die positief is
getest op het gebruik van cocaïne, zich aan detentie onttrekt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De in de beslissing van de selectiefunctionaris van 14 juni 2012 genoemde gronden, op basis waarvan klagers bezwaar ongegrond is verklaard, zijn onvoldoende gemotiveerd en kunnen niet leiden tot de
ongegrondverklaring van klagers bezwaar. De regels die voortvloeien uit het drugsontmoedigingsbeleid zijn in klagers geval foutief toegepast. Klager is geen (hard)drugsgebruiker, is dit nooit geweest en zal dit ook nooit zijn. Klager respecteert
autoritair gezag en leeft de regelgeving in de inrichting na.
Tijdens het horen van klager op 21 september 2012 heeft klager aangevoerd dat de gevolgen van zijn overplaatsing van de beperkt beveiligde inrichting vlak bij zijn woonplaats naar een gesloten inrichting aan de andere kant van het land, i.c. Hoogeveen,
voor hem enorm zijn. De afstand tussen Hoogeveen en de woonplaats van zijn familie is groot, waardoor de reiskosten hoog zijn. Daardoor wordt het bezoek van zijn familie sterk beperkt.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Plaatsing van een gedetineerde in een gesloten setting na harddrugsgebruik is conform het drugsontmoedigingsbeleid. Dit is landelijk beleid waarvan niet wordt
afgeweken.
Klager heeft aangevoerd dat zijn overplaatsing naar de p.i. Hoogeveen bezoekproblemen (reiskosten en afstand) oplevert. De mogelijkheid bestaat om een reiskostenvergoeding aan te vragen bij de gemeente. Daarnaast kan klager bij de directeur van de p.i.
Hoogeveen een verzoek om overplaatsing op sociale gronden indienen. Er is een zorgvuldige selectiebeslissing genomen. In de beslissing op het bezwaarschrift is de selectiefunctionaris niet ingegaan op de bezwaren die te maken hebben met de
directeursbeslissing.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Hoogeveen is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager is vanuit een beperkt beveiligde inrichting naar een normaal beveiligde inrichting overgeplaatst naar aanleiding van een positieve uitslag van een urinecontrole op het gebruik van cocaïne. De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69,
tweede lid, van de Pbw heeft bij uitspraak van 22 oktober 2012 (12/2346/GA) geoordeeld dat niet is gebleken van bijzondere omstandigheden, op grond waarvan de directeur een onderzoek had moeten instellen naar de uitslag van de urinecontrole. De
beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Pbw acht de positieve uitslag op de urinecontrole een voldoende contra-indicatie voor een verder verblijf in een beperkt beveiligde inrichting. Gelet daarop kan de op de onder 3.2 genoemde
gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 12 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven