Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1695/GA, 9 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:09-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1695/GA

betreft: [klager] datum: 9 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen,

gericht tegen een uitspraak van 21 mei 2012 van de beklagcommissie bij voormelde locatie gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 september 2012, gehouden in de penitentiaire inrichting Hoogeveen, zijn gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur, en [...], juridisch medewerker.

Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering om klager regimair verlof te verlenen.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 50,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Door en namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Een dag na binnenkomst van klager is een reclasseringsrapport aangevraagd. Er is geen nieuw rapport ontvangen. Gewoonlijk duurt het acht tot tien weken voordat de reclassering rapport uitbrengt. Na acht weken is besloten om het reclasseringsrapport uit
2010 te gebruiken. Niet bekend is of er gerappelleerd is. Uit de regelgeving volgt dat gebruik kan worden gemaakt van het reclasseringsadvies dat is uitgebracht tijdens het gerechtelijk vooronderzoek. Landelijk is bekend dat een reclasseringsrapportage
niet altijd op tijd gereed is.
Bij de beslissing zijn klagers gedrag en houding in de inrichting en de interne rapportages meegewogen. Het MDO (Multi Disciplinair Overleg) heeft ook overwogen dat klager met een zakmes op zak de inrichting binnenkwam. Er is wel rapport opgemaakt,
maar
geen disciplinaire straf opgelegd. Niet bekend is of er een advies vrijheden is opgemaakt.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Artikel 19, achtste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting bepaalt dat ten aanzien van regimair verlof advies door de reclassering wordt uitgebracht.
Uit de brief van de directeur gevangeniswezen van 30 december 2011 blijkt dat bij de invoering van de regeling onvoldoende rekening is gehouden met het gegeven dat, met name voor kortgestraften, er niet altijd een reclasseringsadvies beschikbaar is
vanuit het gerechtelijk voortraject, of vanuit het re-integratietraject TR. In overleg met de reclassering is daarom een nieuw advies ten behoeve van regimesverbonden verlof ontwikkeld. Het raadplegen van een advies van de reclassering is een
voorwaarde
voor het verlenen van regimesverbonden verlof. Dit kan het advies zijn dat is uitgebracht in het gerechtelijk vooronderzoek aan OM/ZM of een advies over het re-integratieplan TR.

De beroepscommissie is op grond van vorenstaande van oordeel dat in regimesgebonden verlofzaken waar een reclasseringsrapport aanwezig is, in beginsel geen verplichting rust op de directeur, voorafgaand aan een regimair verlof, een specifiek op dit
verlof gericht reclasseringsrapport op te laten stellen.

Vooropgesteld zij dat beslissingen als de onderhavige zoveel mogelijk dienen te zijn gebaseerd op recente informatie. Door klager is evenwel onvoldoende gemotiveerd gesteld dat de gebruikte rapportage dermate verouderde gegevens bevat dat deze in
redelijkheid niet meer gebruikt had mogen worden voor deze beslissing. Nu aan een dergelijke rapportage wat de houdbaarheid betreft wettelijk geen termijn wordt gesteld, is een enkele verwijzing naar het verstrijken van de tijd daartoe onvoldoende
evenals de niet nader onderbouwde vermelding dat het rapport achterhaalde gegevens bevat.

Nu het negatieve reclasseringsadvies op 7 en op 21 maart 2012 in het MDO is besproken en daarbij zijn betrokken het door klager getoonde gedrag en zijn houding binnen de penitentiaire inrichting, hetgeen geresulteerd heeft in een negatief advies van
het
MDO, kan de beslissing van de directeur niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep van de directeur zal daarom gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, dr. H.G. van de Bunt en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 9 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven