Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1958/TA, 19 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1958/TA

betreft: [klager] datum: 19 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 juni 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 september 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman [...], en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beperking van de bewegingsvrijheid, nu klager tijdens ziekte is ingesloten.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager was psychotisch en had rugklachten. Klager had zich ziekgemeld. Hij verwijst hiervoor naar het briefje van de werkmeester [...] van het bedrijf Asito van 9 november 2011. De ziekmelding gold vanaf ongeveer juli 2011 tot december 2011 en klager
heeft over die periode 75% van het uurloon ontvangen. Dit is ziekengeld. Klager was zeker iedere week een keer ziek. Daarna mocht klager wel op de inpakmontage werken. Tijdens zijn ziekte is klager soms wel en soms niet ingesloten geweest. Dit besloot
het personeel zelf ter plekke. De beklagcommissie heeft veel te lang gewacht met een uitspraak. De termijn van artikel 65, eerste lid, van de Bvt is overschreden. Ook zijn er geen medische stukken afkomstig van de huisarts verstrekt. Klager is nu weer
ziek en hij gaat voor onderzoek naar het ziekenhuis.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van klager geldt vanaf 1 oktober 2011 een Integratie, dagbesteding en sociotherapie (IDS) beleid. Dit betekent dat iedere verpleegde aan een activiteit deelneemt. Als een verpleegde niet deelneemt aan een activiteit, dan wordt hij
ingesloten. Dit staat ook aangegeven in de huisregels. Het klopt dat het personeel in het verleden niet consequent verpleegden insloot. Dat is nu wel het geval. Klager heeft zich ziekgemeld, maar de huisarts denkt daar anders over. Die vindt dat klager
niet ziek is. Het zou voor klager goed zijn om in beweging te blijven. Er was voldoende aangepast (schoonmaak)werk voor klager. Toch bleef klager zich ziekmelden. In juli 2011 en oktober 2011 was klager ziek volgens de huisarts. Hij heeft in deze
periode ziekengeld gekregen. Voor de overige perioden geldt dat klager niet ziek werd geacht. De huisarts heeft hierover geoordeeld. Het werkbriefje van Asito bevat geen medisch oordeel en heeft in deze procedure geen betekenis. Klager is in de periode
dat hij niet ziek was ingesloten geweest. Door een fout heeft klager een langere periode ziekengeld ontvangen.

3. De beoordeling
Klager heeft aangevoerd dat de beklagcommissie niet binnen de in artikel 65, eerste lid, van de Bvt vermelde termijn van vier weken, die in bijzondere omstandigheden met ten hoogste vier weken kan worden verlengd, uitspraak heeft gedaan. Niet is
gebleken dat bijzondere omstandigheden noodzaakten tot verlenging van de termijn, noch dat de verlenging van de termijn aan klager is meegedeeld. De beroepscommissie acht het zeer wenselijk dat binnen de bovenvermelde termijn wordt beslist. De wetgever
heeft echter geen gevolgen verbonden aan overschrijding van deze termijn.

De beroepscommissie overweegt dat klager op 4 november 2011 beklag heeft ingediend tegen het feit dat hij is ingesloten geweest op momenten dat hij niet deelnam aan een activiteit.
In artikel 6.2.1 van de huisregels van de inrichting is bepaald dat patiënten die niet deelnemen aan de voor hen ingeroosterde activiteiten kunnen worden ingesloten in hun verblijf voor de duur van de activiteiten. Ten tijde van het beklag verbleef
klager op unit Hunze 1, waar het IDS-beleid geldt. In de IDS-spelregels van 4 juli (jaartal niet genoemd) is voornoemde huisregel verder uitgewerkt. Daarin is het volgende bepaald: “Wie niet naar zijn dagprogramma gaat zonder geldige reden (vb. ziekte
of verlof) zal worden ingesloten gedurende het ingeplande dagprogramma.” In het verslag van een werkbespreking van 5 oktober (jaartal niet genoemd) is vermeld dat het IDS-beleid vanaf 5 oktober weer strak gehandhaafd wordt.
De beroepscommissie overweegt dat de huisarts klager in de periode voorafgaand aan de indiening van de klacht op 4 november 2011 niet arbeidsongeschikt achtte. Klager had gelet daarop geen geldige reden om de arbeid te verzuimen. In die omstandigheid
bracht de toepassing van de hiervoor geciteerde IDS-regel mee dat betrokkene gedurende de arbeid diende te worden ingesloten. Dit betekent dat klager heeft geklaagd over de uitvoering van de hiervoor genoemde algemene regel, waartegen geen beklag
openstaat. Niet is gebleken dat die regeling in strijd is met hogere wet- of regelgeving. Het feit dat het bepaalde in de IDS-spelregels tot 5 oktober niet altijd consequent werd uitgevoerd, maakt dit oordeel niet anders. Klager zal daarom in beroep
alsnog niet-ontvankelijk in het beklag worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr.drs. L.C. Mulder en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 29 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven