Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1653/TA, 8 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1653/TA

betreft: [klager] datum: 8 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr.drs.ing. T.P. Klaasen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 april 2012 van de beklagcommissie bij FPC Rooyse Wissel te Maastricht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 september 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting mr. [...], junior stafjurist.
De raadsman van klager heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen en heeft daarbij verzocht om een andere datum voor behandeling.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager in een isolatiecel moest plaatsnemen voordat de beklagzitting plaatsvond op 19 augustus 2011 (177), de weigering het verslag van de kamercontrole van 29 augustus 2011 uit te reiken (200), de inbeslagname van
citroensap (ook 200), het verbod om navulling voor de luchtverfrissers aan te schaffen (201) en de afwijzing van een bezoekregeling (202).

De beklagcommissie heeft het beklag met nummer 201 gegrond verklaard en het beklag met nummer 200 deels ongegrond verklaard. De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag met nummers 177 en 200 (deels) op de gronden als in
de aangehechte uitspraak weergegeven. Voorts is een uitspraak over een bezoekregeling (202) aangehouden.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft beroep ingesteld omdat het wanbeleid moet stoppen. Regels worden ter plekke verzonnen, de beklagcommissie is verkeerd ingelicht en de klachten zijn zeer traag behandeld. Klager wil gezuiverd worden van de rapportages. Nu pas, klager
verblijft inmiddels in Venray, wordt klager bevestigd in zijn bevindingen door het personeel. Klager heeft omtrent klacht 177 verklaard dat hij is vervoerd naar een beklagzitting, die gehouden werd in Venray. Hij moest in een isolatiecel wachten,
terwijl een andere klager, die gelijktijdig met klager werd vervoerd in de woonkamer van een afdeling mocht wachten. Klager had geen aanleiding gegeven om in een isolatiecel te moeten wachten. Klager verblijft op afdeling Cheops 1 en dit is een gewone
afdeling. De gang van zaken is ontmoedigend en klager wil gelijk behandeld worden als anderen. Met betrekking tot klacht 200 geeft klager aan dat hij op 5 september 2011 beklag heeft gedaan en het beklag dezelfde dag heeft opgestuurd. Klacht 200 is een
typisch voorbeeld van willekeur. Azijn en luchtverfrissers zijn nu weer vrij te verkrijgen. Dat met citroensap bij een urinecontrole gefraudeerd kan worden is onzin, want vooraf aan een urinecontrole is iedereen verplicht in het zicht de handen wassen.
Over de luchtverfrissers (klacht 201) wordt opgemerkt dat deze in de inrichting gekocht zijn, met inhoud. Klager heeft de luchtverfrissers eerder bijgevuld. Ten tijde van het beklag is gezegd dat het niet is toegestaan de luchtverfrissers te houden,
maar die zijn toen niet in beslaggenomen. Nu zijn de luchtverfrissers weer in de inrichtingswinkel verkrijgbaar. Klager kan ermee leven dat een tegemoetkoming is toegezegd. Het beroep hiertegen trekt klager daarom in.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot klacht 177 is aangevoerd dat klager op basis van zijn behandeling door het hoofd behandeling en het afdelingshoofd was geïndiceerd voor de crisisafdeling Isis. Normaal wacht een klager dan in de woonkamer van de afdeling, maar door
deze indicatie moest klager wachten in de isolatiecel. Er is geen sprake van een beslissing dat klager moest wachten in de isolatiecel voor de behandeling van zijn klachten.
Met betrekking tot klacht 200 wordt opgemerkt dat er geen verplichting of afspraak is om een verslag te verstrekken na een kamercontrole. Dat wordt uitsluitend verstrekt als er onregelmatigheden zijn en bij de inbeslagname van voorwerpen.
Met betrekking tot de inbeslagname van citroensap is sprake van eenduidig beleid. Met citroensap kan een urinecontrole gemanipuleerd worden. Het verbod van citroensap staat niet in de huisregels vermeld, maar wel in de bijlage. Het personeel heeft
citroensap in bewaring. De verpleegden kunnen erom vragen. Met betrekking tot de luchtverfrissers (201) is aan klager een tegemoetkoming aangeboden omdat de inrichting het eens is met de uitspraak van de beklagcommissie.
Over de bezoekregeling (202) heeft de beklagcommissie nog geen uitspraak gedaan.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het aanhoudingsverzoek van de raadsman af.

Klager heeft aangevoerd dat het onredelijk lang heeft geduurd voordat de beklagcommissie uitspraak heeft gedaan. De Bvt bepaalt de termijnen waarbinnen een beklag behoort te worden afgehandeld (artikel 65, eerste lid, van de Bvt juncto artikel 59,
derde
lid, van de Bvt) en de mogelijkheid van verlenging in bijzondere omstandigheden. De klaagschriften dateren van 22 augustus 2011 en 5 september 2011. Op 21 november 2011 heeft de mondelinge behandeling van de klachten plaatsgevonden. De beklagcommissie
heeft op 20 april 2012 uitspraak gedaan.
De beroepscommissie overweegt dat de beklagcommissie binnen de in artikel 65, eerste lid, van de Bvt vermelde termijn van vier weken uitspraak dient te doen. Deze termijn kan in bijzondere omstandigheden met ten hoogste vier weken worden verlengd. Niet
is gebleken dat bijzondere omstandigheden noodzaakten tot verlenging van de termijn, noch dat de verlenging van de termijn aan klager is meegedeeld. De beroepscommissie acht het zeer wenselijk dat binnen de bovenvermelde termijn wordt beslist. De
wetgever heeft echter geen gevolgen verbonden aan overschrijding van deze termijn.

Met betrekking tot klachtnummer 177 oordeelt de beroepscommissie dat hetgeen is aangevoerd niet kan leiden tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie.
Met betrekking tot klacht 200 (geen verstrekking verslag op 29 augustus 2011 en inbeslagname citroensap op 29 augustus 2011) overweegt de beroepscommissie dat de bestreden beslissingen zijn genomen op 29 augustus 2011, dat het klaagschrift dateert van
5
september 2011 en dat dat klaagschrift op het secretariaat van de beklagcommissie is ontvangen op 9 september 2011. Gezien het bepaalde in artikel 58, vijfde lid, van de Bvt had klager op grond van overschrijding van de wettelijke termijn voor
indiening
van een beklag niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Ten overvloede overweegt de beroepscommissie als volgt. Namens de inrichting is ter zitting verklaard dat er wel een verslag wordt verstrekt indien voorwerpen in beslag worden genomen. In dit
geval had het voor de hand had gelegen dat aan klager een verslag van de kamercontrole verstrekt werd, nu er citroensap in beslag was genomen.
Het beroep omtrent klachtnummer 201 is ter zitting ingetrokken. De beroepscommissie doet hierover daarom geen uitspraak.
De beroepscommissie overweegt dat de beklagcommissie nog geen uitspraak heeft gedaan over klachtnummer 202 (bezoekregeling), zodat klager op grond van artikel 67, eerste lid, van de Bvt in zijn beroep hieromtrent niet kan worden ontvangen.
De beroepscommissie beslist als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met betrekking tot het plaatsnemen in een isolatiecel (klacht 177);
verklaart het beroep met betrekking tot het niet verstrekken van het verslag (klacht 200)
ongegrond en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag;
bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met betrekking tot de inbeslagneming van het citroensap (klacht 200) met wijziging van de gronden;
verklaart klager in zijn beroep met betrekking tot de bezoekregeling (klacht 202) niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr.drs. L.C. Mulder en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 8 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven