Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1753/TA en 12/1762/TA, 7 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:07-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 12/1753/TA en 12/1762/TA

betreft: [klager] datum: 7 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. A.R. Ytsma, namens

[...], verder te noemen klager,

en een beroepschrift van het hoofd van FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 6 april 2012 van de beklagcommissie bij voornoemde inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 september 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klagers raadsman mr. A.R. Ytsma, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], junior stafjurist.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een maatregel van afzondering (2012/029) en het feit dat klager niet heeft kunnen luchten (2012/055).

De beklagcommissie heeft het beklag met nummer 2012/029 gegrond verklaard en het beklag met nummer 2012/055 ongegrond verklaard. Uit de gronden die in de aangehechte uitspraak zijn weergegeven, leidt de beroepscommissie af dat de beklagcommissie heeft
bedoeld het beklag betreffende de afzonderingsmaatregel (2012/029) ongegrond te verklaren en het beklag betreffende het luchten (2012/055) gegrond.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op 21 januari 2012 waren er kennelijk problemen met het pagersysteem. Klager is hierom, samen met andere verpleegden, afgezonderd. Alvorens een dergelijke beslissing wordt genomen, dient een verpleegde te worden gehoord. Tevens dient onverwijld een
schriftelijke mededeling te worden uitgereikt (artt. 53, eerste lid, van de Bvt en 54, eerste lid, van de Bvt). Pas twee dagen later in de middag heeft klager de schriftelijke mededeling ontvangen. De uitspraak van de beklagcommissie dat het beklag
alleen ontvankelijk is als de maatregel langer dan twee dagen heeft geduurd is onbegrijpelijk en onvoldoende gemotiveerd.
Inhoudelijk had de maatregel moeten voldoen aan het proportionaliteits- en subsidiariteitsvereiste. Klager verblijft op Luxor 1. Afdelingen Luxor 1 en 2 werken samen. Een optie was geweest het gebruik van portofoons of het tijdelijk insluiten van de
bewoners van afdeling Luxor 1, terwijl Luxor 2 openbleef en na 90 minuten had kunnen worden geruild. Op deze manier had het personeel van beide afdelingen elkaar over en weer kunnen bijstaan. Voorts is het pagersysteem vaker kapot geweest. Er is sprake
van een verouderd systeem en daarom kan niet gesproken worden van een overmachtsituatie.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht.
Alle medewerkers van de inrichting hebben een pager waarmee noodoproepen kunnen worden gedaan en kunnen worden ontvangen. Op zaterdag 21 januari 2012 was er sprake van een pagerstoring. Direct nadat bekend was dat er een pagerstoring was, is een
monteur
ingeschakeld. De prognose was dat de storing nog dezelfde dag verholpen kon worden, waardoor het recht op verblijf in de buitenlucht nog gerealiseerd zou kunnen worden. Het systeem heeft tijdelijk gewerkt en gedurende die periode heeft klager 30
minuten
kunnen luchten. Het systeem bleef vervolgens echter haperen en er was dus sprake van een overmachtsituatie. Het luchten in de avond heeft geen doorgang kunnen vinden. Op 21 januari 2012 zijn de verpleegden ingesloten geweest op grond van een maatregel
van afzondering. Op 22 januari 2012 is een noodvoorziening gecreëerd waardoor de maatregel kon worden opgeheven. De maatregel van afzondering is op 23 januari 2012 aan de verpleegden uitgereikt. Over de extra inspanningen die de inrichting volgens de
beklagcommissie had moeten nemen wordt het volgende meegedeeld. Er zijn 8 portofoons aanwezig. Deze dienen onder andere voor de beveiliging, de receptie en voor de medewerkers van de medische dienst. Dan blijft er voor elke afdeling maar één portofoon
over. Deze portofoon kan bijvoorbeeld niet mee naar buiten als er gelucht moet worden, want dan is er geen portofoon op de afdeling. Ook heeft de portofoon geen alarmknop. Dit is aanzienlijk minder veilig dan een pager. Andere mechanische middelen zijn
er niet. De personeelsbezetting is in het weekend altijd minder dan door de week, waardoor geen ander personeel ingezet kon worden. Het pagersysteem is niet eerder zo lang uitgevallen. Eerder heeft het pagersysteem een uur een storing gehad, maar niet
eerder zo lang als in dit geval. Het pagersysteem wordt goed onderhouden voor de veiligheid van de verpleegden en van het personeel. Klager kan niet worden ontvangen in zijn beklag, omdat de maatregel maar een dag heeft geduurd.

3. De beoordeling
Gezien de onderlinge samenhang zal de beroepscommissie de beroepen in één uitspraak afdoen.

Met betrekking tot het beroep van klager (zaaknummer 12/1753/TA) overweegt de beroepscommissie dat de afzonderingsmaatregel op 21 januari 2012 is ingegaan op het moment dat het pagersysteem niet goed functioneerde. Op 22 januari 2012 functioneerde het
pagersysteem middels een noodvoorziening en toen is de afzonderingsmaatregel beëindigd. De afzonderingsmaatregel heeft een dag geduurd. Gezien artikel 57, derde lid, van de Bvt had klager daarom niet kunnen worden ontvangen in zijn beklag met nummer
2012/029. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie op dit punt vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

Met betrekking tot het beroep van het hoofd van de inrichting (zaaknummer 12/1762/TA)) overweegt de beroepscommissie als volgt.
Op grond van artikel 43, derde lid, van de Bvt heeft een verpleegde recht op verblijf in de buitenlucht gedurende tenminste één uur per dag. In beginsel zijn op dit recht geen beperkingen toegelaten. De vraag is of het recht op verblijf in de
buitenlucht beperkt kan worden door een overmachtsituatie. Eerder heeft de beroepscommissie in haar uitspraak van 28 juni 2011 (kenmerk 11/0380/TA en 11/0381/TA) onder meer overwogen dat het recht op luchten zo fundamenteel is dat de inrichting daarom
extra inspanning dient te verrichten om een verpleegde niet te beperken in dit grondrecht. Met extra inspanning wordt bedoeld extra personeelsinzet c.q. beveiliging en eventueel mechanische hulpmiddelen. De beroepscommissie oordeelt dat het slechts in
zeer uitzonderlijke gevallen mag voorkomen dat een verpleegde niet in de gelegenheid kan worden gesteld om te luchten. De vraag is of het uitvallen van het pagersysteem zo een uitzonderlijk geval is. Ter zitting is namens het hoofd van de inrichting
gemotiveerd gesteld dat het (geringe) aantal portofoons slechts ingezet kon worden om een beperkt aantal communicatiediensten in de sfeer van veiligheid en medisch handelen te garanderen. De portofoons konden dus niet gebruikt worden om de haperende
pagers te vervangen. Dat betekent dat er op 21 januari 2012 onvoldoende communicatiemiddelen in de inrichting voorhanden waren om het personeel dat het luchten zou moeten begeleiden, te beschermen. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat de
inrichting op 21 januari 2012 niet over de mogelijkheden beschikte om het recht op verblijf in de buitenlucht te realiseren en dat er in dit opzicht sprake is geweest van een tijdelijke acute noodsituatie. Het was in dit geval niet aannemelijk te
achten
dat er nog op dezelfde dag, een zaterdag, (voorzorgs)maatregelen genomen konden worden om het luchten door te kunnen laten gaan. De beroepscommissie zal het beroep van de directeur daarom gegrond verklaren en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag met nummer 2012/029.
De beroepscommissie verklaart het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond en verklaart het beklag met nummer 2012/055 alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr.drs. L.C. Mulder en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 7 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven