Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2360/TA, 7 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:07-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2360/TA

betreft: [klager] datum: 7 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 juli 2012 van de beklagcommissie bij FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 oktober 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en, namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting,[...], hoofd risicomanagement en behandeling, en [...], juridisch
medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft het door de inrichting niet laten doorgaan van een afspraak van klager bij de dermatoloog op 15 mei 2012.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager voelt zich door de beklagcommissie niet erkend in zijn klacht. Er was geen aanleiding de afspraak bij de dermatoloog niet te laten doorgaan. De verlofbegeleider heeft op eigen houtje, zonder enig overleg klagers medisch verlof afgelast, omdat
zij
er achter was gekomen dat zij geen tijd had hem op dat moment te begeleiden. Het is ernstig dat zij zich niet op de hoogte heeft gesteld over de aard van klagers medische klacht, die voor hetzelfde geld serieus van aard was geweest en een spoedige
behandeling vergde. Het is voorts niet relevant dat klager door het afzeggen van de afspraak geen schade heeft ondervonden. Als hij wel een ernstige klacht had gehad, had hij daarvan wel nadelige gevolgen kunnen ondervinden. Dit had niet mogen gebeuren
en het mag niet nogmaals gebeuren.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op het moment van afzeggen van de afspraak door de verlofbegeleider was sprake van het niet betrachten van een zorgplicht, maar dit verzuim is hersteld doordat nadien een nieuwe afspraak bij de dermatoloog is gemaakt. Er was geen sprake van
spoedeisendheid. Klager heeft er geen nadelige gevolgen door ondervonden. Het is wel voorstelbaar dat het voor klager vervelend was dat de afspraak niet kon doorgaan.
De sociotherapie zal erop gewezen worden dat men niet op eigen houtje medisch verlof kan annuleren. Medisch verlof heeft immers prioriteit.

3. De beoordeling
Vast staat dat klager op 15 mei 2012 medisch(e) verzorging/onderzoek is onthouden doordat de verlofbegeleider geen tijd had voor de begeleiding van klager en daarom klagers afspraak bij de dermatoloog geen doorgang kon vinden. Aldus is sprake van het
niet betrachten van de plicht te zorgen voor de overbrenging van klager naar de dermatoloog (art. 41, vierde lid onder c, Bvt), waardoor klagers recht op medische verzorging is geschonden.
De omstandigheden dat achteraf is gebleken dat het bezoek aan de dermatoloog niet spoedeisend was en het annuleren daarvan niet tot nadelige gevolgen voor klager heeft geleid, kunnen daaraan niet afdoen. De betreffende verlofbegeleider heeft de
afspraak
met de dermatoloog immers afgezegd zonder na te gaan of sprake was van spoedeisendheid.
Derhalve kan klager in zijn klacht worden ontvangen en dient de klacht gegrond te worden verklaard.

De beroepscommissie acht geen termen aanwezig aan klager vanwege de gegrondverklaring van het beroep een tegemoetkoming toe te kennen, nu klager om principiële redenen in beroep is gegaan en de gegrondverklaring van zijn beklag als voldoende
tegemoetkoming kan worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. J.M.L. Niederer en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 7 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven