Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3372/SGA, 5 november 2012, schorsing
Uitspraakdatum:05-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3372/SGA

Betreft: [klager] datum: 5 november 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. D.M. Rupert, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 1 november 2012, inhoudende de oplegging van een disciplinaire
straf
van vijf dagen opsluiting in een strafcel, ingaande op 1 november 2012 om 13.30 uur en eindigend op 6 november 2012 om 13.30 uur, wegens
– kortweg – fraude bij een urinecontrole.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 30 oktober 2012 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 1 en 2 november 2012.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. De procedure ten aanzien van de urinecontrole is vastgelegd in de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling). In artikel 3
van de Regeling staan de strikte eisen vermeld waaraan die procedure dient te voldoen. De beroepscommissie heeft reeds meerdere malen beslist dat het niet voldoen aan die strikte procedureregels, ongeacht de eventuele juistheid van een uitslag van een
dergelijke controle, reden is om het beklag gegrond te verklaren. Nu naar het voorlopig oordeel van de voorzitter voldoende aannemelijk is dat niet is voldaan aan de vastgestelde procedureregels, de directeur heeft een en ander immers niet weersproken,
mocht de uit die urinecontrole voortvloeiende uitslag niet leiden tot de oplegging van een disciplinaire straf. Het verzoek zal daarom worden toegewezen en de tenuitvoerlegging daarvan zal met onmiddellijke ingang worden geschorst tot het moment dat de
beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 5 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven