Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0899/GA, 1 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:01-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/899/GA

betreft: [klager] datum: 1 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zoetermeer,

gericht tegen een uitspraak van 12 maart 2012 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 september 2012, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.K. Cheng.

De directeur van de locatie Zoetermeer heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering klager orthopedische werkschoenen te verstrekken.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. In de aantekening mondelinge uitspraak wordt vermeld dat aan klager een tegemoetkoming van € 10,= zal worden verstrekt, dat hij loon dient
uitbetaald te krijgen en dat schoenen onverwijld geregeld dienen te worden. In de uitgewerkte uitspraak is bepaald dat de directeur binnen een week na de beklagzitting zal voorzien in aangepaste werkschoenen en is bepaald dat de directeur over de
periode die klager zich ziek heeft moeten melden het reguliere loonbedrag zal uitkeren.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is op 24 februari 2012 bij de orthopeed geweest en die heeft op 27 februari 2012 een machtiging aangevraagd. De medische dienst heeft aan klager verteld dat hij in aanmerking komt voor orthopedische schoenen doch niet voor orthopedische
werkschoenen. Klager zal via de afdeling arbeid veiligheidsschoenen uitgereikt krijgen. De beklagcommissie heeft zonder de beslissing van het Bureau Individuele Medische Advisering (BIMA) af te wachten de klacht gegrond verklaard en aan klager een
tegemoetkoming van € 10,= toegekend. Op 29 februari 2012 heeft de BIMA geen machtiging verleend vanwege onvoldoende strafrestant. Klagers v.i.-datum is vastgesteld op 31 mei 2012.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Sinds de uitspraak van de beklagcommissie op 12 maart 2012 is er nog niets gebeurd. Klager is korte tijd vrij geweest en zit nu een nieuwe straf uit. Klager werkt thans als afdelingsreiniger. Hij draagt zijn eigen orthopedische schoenen. Klagers
raadsman stelt dat de medisch adviseur op 11 juli 2011 machtiging heeft verleend voor de aanschaf van orthopedische werkschoenen. Klager is vervolgens overgeplaatst naar de p.i. Zoetermeer. De directeur aldaar heeft klager toegezegd dat de
orthopedische
werkschoenen zouden worden geregeld en klager heeft toen zijn beklag ingetrokken. Op 28 januari 2012 heeft klager opnieuw beklag ingesteld.
Klager verblijft sinds begin juni 2012 in de locatie het Schouw te Amsterdam. Volgens de medische dienst van die inrichting moet klager minimaal een jaar vastzitten om in aanmerking te komen voor orthopedische werkschoenen. Klager heeft nog geen
nieuwe
aanvraag ingediend.

3. De beoordeling
Uit het dossier blijkt dat de medisch adviseur op 29 februari 2012 geen machtiging voor orthopedische werkschoenen heeft verleend wegens onvoldoende strafrestant. De beroepscommissie begrijpt dat de aanvraag voor aangepaste werkschoenen niet op
inhoudelijke gronden is afgewezen.
Door de raadsman is gesteld dat reeds in 2011 machtiging is verleend door de medisch adviseur voor de aanschaf van orthopedische werkschoenen. Klager is daarna overgeplaatst naar de p.i. Zoetermeer en de directeur van die inrichting zou klager hebben
toegezegd dat deze schoenen zouden worden aangeschaft. Klager heeft toen zijn beklag ingetrokken. De beroepscommissie acht, nu een en ander niet door de directeur is weersproken, die stelling van klager aannemelijk. Pas op 27 februari 2012 is een
machtiging voor orthopedische werkschoenen aangevraagd. Gezien het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur niet voldoende voortvarend heeft gehandeld. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en uitspraak van de
beklagcommissie zal worden bevestigd met wijziging van de gronden. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van
€ 30,=.
Klager verblijft sinds 8 juni 2012 in de p.i. Amsterdam Over-Amstel en kan derhalve een nieuwe aanvraag indienen voor orthopedische werkschoenen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond, bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van
€ 30,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. Th. E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 1 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven