Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2553/GB, 31 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:31-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2553/GB

Betreft: [klager] datum: 31 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Boersma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 augustus 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 6 september 2008 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Er worden telkens andere argumenten aangevoerd om klagers verzoeken af te wijzen. Deze argumenten kunnen een afwijzing van klagers verzoek thans niet meer rechtvaardigen. Klager werkt mee aan alle geïndiceerde interventies, heeft een goedgekeurd
verlofadres en heeft mogelijkheden om buiten de inrichting te kunnen werken. Er is thans nog geen gijzelingsprocedure opgestart in verband met de aan klager opgelegde ontnemingsvordering. Zowel de politie als het Openbaar Ministerie (OM) heeft positief
geadviseerd ten aanzien van het verlenen van verlof. De reclassering acht klager geschikt voor deelname aan een p.p. Ter onderbouwing van het beroep worden de volgende stukken overgelegd. Een brief van de selectiefunctionaris d.d. 25 oktober 2011, een
brief van de selectiefunctionaris d.d. 24 november 2011, een advies van de politie d.d. 29 maart 2012, een advies van de advocaat-generaal d.d. 29 maart 2012, een herziening van dit advies d.d. 18 april 2012 en een advies van de reclassering d.d. 26
juni 2012.
Klager krijgt hulp van de Waag voor zijn gokverslaving. Klager wil veranderen, zodat hij er voor zijn gezin kan zijn. Hij is van plan om zich vrijwillig aan te melden bij de kliniek Groot Batelaar voor een behandeling. Klager heeft geen openstaande
zaken.

Klager voldoet aan alle in artikel 4, tweede lid, onder a en b van de Pbw genoemde voorwaarden voor deelname aan een p.p. Aan het feit dat klager zich aan zijn detentie heeft onttrokken, moet geen overwegende waarde worden toegekend. Hij verblijft
sinds
zijn onttrekking alweer negentien maanden in detentie. Klager zal gedurende ten minste het eerste derde deel van het p.p. onder elektronisch toezicht staan. Er is derhalve sprake van permanente controle, hetgeen een hernieuwde onttrekking onmogelijk
maakt en de waarde van de eerdere onttrekking doet afnemen. Klager functioneert goed in de inrichting. Hij heeft geen disciplinaire straffen opgelegd gekregen, is werkzaam als reiniger heeft met goed gevolg deelgenomen aan de geïndiceerde interventies.
Klager heeft, nu hij op 14 maart 2013 voorwaardelijk in vrijheid zal worden gesteld, een beperkt strafrestant. De ontnemingvordering is tien jaar geleden aan klager opgelegd en tot op heden is er nog geen verzoek tot toepassing van lijfsdwang
ingediend.
Tevens is op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat dit verzoek voor de einddatum van klagers detentie zal worden ingediend. Klager merkt in dit verband op dat het OM, dat belast is met het indienen van een vordering tot toepassing van lijfsdwang,
positief heeft geadviseerd ten aanzien van het verlenen van algemeen verlof aan klager. Het OM beschouwt de einddatum van klagers detentie derhalve kennelijk als voldoende vaststaand.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft zich voor een periode van twee jaar onttrokken aan zijn detentie. Klager verbleef gedurende deze periode met valse papieren in een bungalowpark en hij heeft zich laten uitschrijven van zijn woonadres. Klager heeft gedurende zijn
onttrekking
tevens een strafbaar feit gepleegd. Klager heeft niets geleerd van zijn detenties, want hij blijft strafbare feiten plegen. Bovendien zal klager waarschijnlijk voor de maximale duur van drie jaar gegijzeld worden, omdat hij een aan hem opgelegde
ontnemingsvordering nog niet heeft betaald.
Klager heeft duidelijk gemaakt dat hij niet kan omgaan met het in hem gestelde vertrouwen en de aan hem verleende vrijheden.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Uit de stukken blijkt dat klager zich gedurende zijn huidige detentie van 3 april 2009 tot 15 maart 2011 heeft onttrokken aan zijn detentie. Gedurende deze onttrekking heeft klager zich schuldig gemaakt aan het plegen van een nieuw strafbaar
feit waarvoor hij inmiddels is veroordeeld. Klager heeft in deze periode eveneens gebruik gemaakt van valse identiteitspapieren en hij heeft zich laten uitschrijven van zijn woonadres. Uit de stukken blijkt tevens dat aan klager een zeer hoge
ontnemingsvordering is opgelegd en dat het Centraal Justitieel Incassobureau een procedure tot toepassing van lijfsdwang voor de duur van twee tot drie jaar zal opstarten, omdat verwacht wordt dat klager niet aan de betalingsverplichting zal kunnen
voldoen. Verwacht wordt dat het verzoek tot toepassing van lijfsdwang voor de einddatum van klagers detentie zal worden toegewezen. Gelet op het vorenstaande acht de beroepscommissie het bestaan van een vluchtgevaar niet onaannemelijk. De op de onder
3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 31 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven