Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2591/GB, 31 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:31-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2591/GB

Betreft: [klager] datum: 31 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. t’Sas, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 augustus 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 22 december 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) als bedoeld in artikel 20, tweede lid van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling) van de locatie Westlinge te
Heerhugowaard. Op 11 juli 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Nieuwegein. Op 16 augustus 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Leeuwarden.

2.2. Bij uitspraak van 5 oktober 2012, met nummer WL 2012/222, van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westling, is klagers beklag betreffende een aan hem opgelegde disciplinaire straf voor de duur van vier dagen wegens het gebruiken van
een mobiele telefoon ongegrond verkaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft nimmer op ongeoorloofde wijze gebruik gemaakt van een telefoon binnen de locatie Westlinge. Twee medewerkers van de locatie Westlinge hebben waargenomen dat klager een mobiele telefoon tegen zijn oor hield. Deze waarneming is onjuist.
Klager was zich aan het scheren met een elektrisch scheerapparaat. De telefoon is niet bij klager aangetroffen of van klager afgenomen. Klager wenst te worden teruggeplaatst naar de b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid van de Regeling van de
locatie Westlinge.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Twee medewerkers van de locatie Westlinge hebben tijdens een controle vastgesteld dat klager een mobiele telefoon tegen zijn oor hield. De medewerkers hebben klager gevraagd de mobiele telefoon te tonen. Klager is, nadat hij uit het zicht was
verdwenen,
naar het celraam gelopen om zijn handen te laten zien. Klager toonde geen telefoon, maar ook geen scheerapparaat. Op grond van deze rapportage is het aannemelijk dat klager een telefoon heeft gebruikt. Het feit dat de volgende dag geen telefoon is
aangetroffen, doet hier niets aan af. Zowel het bezitten als het gebruiken van een mobiele telefoon is verboden in de locatie Westlinge. Klager is derhalve geselecteerd voor overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Nieuwegein.
Klager is op 9 augustus 2012 geselecteerd voor overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Leeuwarden vanwege het uiten van ernstige bedreigingen jegens het personeel en de directie van de p.i. Nieuwegein.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat de
beklagrechter bij de locatie Westlinge het beklag betreffende een aan klager opgelegde disciplinaire straf wegens het gebruiken van een mobiele telefoon ongegrond heeft verklaard. Het feit dat klager een mobiele telefoon heeft gebruikt, vormt een
contra-indicatie voor een continuering van klagers verblijf in de b.b.i. als bedoeld in artikel 20, tweede lid van de Regeling van de locatie Westlinge. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 31 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven