Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2518/GB, 17 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:17-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2518/GB

Betreft: [klager] datum: 17 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Zoetermeer afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 17 april 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil overgeplaatst worden naar de locatie Zoetermeer. Hij wil privé-zaken regelen. Klagers bezoek woont in Den Haag. Klager ontvangt geen bezoek, omdat zijn bezoek langer dan een uur moet reizen naar de p.i. Nieuwgein.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager wil overgeplaatst worden naar de locatie Zoetermeer, omdat hij geen bezoek ontvangt in de p.i. Nieuwegein. Klager heeft zijn verzoek niet onderbouwd met een verklaring van de medisch adviseur van justitie. Klager is op 12 maart 2012, in verband
met een optimale benutting van de beschikbare celcapaciteit, geplaatst in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein. Met het openbaar vervoer bedraagt de reistijd vanuit Den Haag naar de p.i. Nieuwegein ongeveer één uur. De reistijd is derhalve niet
buitenproportioneel. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en zij vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium.

4. De beoordeling
Klager verzoekt om overplaatsing naar de locatie Zoetermeer teneinde bezoek te kunnen ontvangen. Bezoekproblemen zijn echter inherent aan het ondergaan van detentie en zij vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Hetgeen
klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekproblemen kan niet als een dergelijke bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit,
voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 17 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven