Nummer: 12/2483/GB
Betreft: [klager] datum: 17 oktober 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 2 augustus 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 26 maart 2011 gedetineerd. Hij verblijft sedert 5 april 2012 in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft een verzoek tot overplaatsing naar de p.i. Dordrecht ingediend, omdat zijn vriendin in Dordrecht woont. Klagers vriendin moet in totaal vier uur met het openbaar vervoer reizen om klager te kunnen bezoeken. Klagers vriendin heeft niet veel
geld en ieder bezoek aan klager kost haar ongeveer twintig euro. Hierdoor ziet klager zijn vriendin niet vaak. De p.i. Krimpen aan den IJssel heeft negatief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek tot overplaatsing, omdat de inrichting denkt dat
klager een verzoek tot overplaatsing heeft gedaan om plaatsing op een meerpersoonscel te voorkomen. In de p.i. Dordrecht wordt een gedetineerde echter ook verplicht op een meerpersoonscel geplaatst. De p.i. Krimpen aan den IJssel heeft tevens negatief
geadviseerd, omdat klager ingeschreven staat in de gemeente Rotterdam. Klager heeft een huis in Rotterdam, maar hij kan zijn hypotheek niet meer betalen. Klager gaat daarom na zijn detentie bij zijn vriendin in Dordrecht wonen. Klagers familie woont in
Noord-Brabant. Indien klager wordt overgeplaatst naar de p.i. Dordrecht zal zijn familie hem ook gemakkelijker kunnen bezoeken. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft geen bezwaar tegen de overplaatsing van klager.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Op 5 april 2012 is klager conform zijn voorkeur geplaatst in de p.i. Krimpen aan den IJssel. Op 17 juli 2012 heeft klager verzocht om overplaatsing naar de p.i. Dordrecht, omdat het voor klagers vriendin moeilijk is om klager in de p.i. Krimpen aan den
IJssel te bezoeken. Klagers verzoek wordt niet onderbouwd met een advies van de medisch adviseur van justitie. Er is derhalve geen sprake van een bijzondere omstandigheid. Uit de rapportage van de p.i. Krimpen aan den IJssel blijkt dat klager
regelmatig
bezoek ontvangt. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van de detentie en zij vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium.
4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat
bezoekproblemen inherent zijn aan het ondergaan van de detentie en dat zij, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium vormen. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekproblemen kan niet als een dergelijke bijzondere
omstandigheid worden aangemerkt. Uit het selectieadvies blijkt bovendien dat klager niet verstoken is van bezoek. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit,
voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 17 oktober 2012
secretaris voorzitter