Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1351/GA, 19 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:19-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1351/GA

betreft: [klager] datum: 19 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 april 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Torentijd te Middelburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager, zijn raadsman mr. Z. Yeral, en de directeur hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 21 september 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag met beklagnummer MB 2012/39 betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens een positieve uitslag van een urinecontrole op het gebruik van softdrugs, en voorts het feit dat de
urinecontrole van 6 januari 2012 niet volgens de geldende regelgeving is afgenomen.
Het beklag met beklagnummer MB 2012/54 betreft hetzelfde onderwerp als het beklag met beklagnummer MB 2012/39.

De beklagcommissie heeft het beklag met beklagnummer MB 2012/39 ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag met beklagnummer MB 2012/54 op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De urinecontrole is niet conform artikel 3, vijfde lid, van de Regeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling)
afgenomen. In deze Regeling is precies beschreven op welke wijze een urinecontrole afgenomen moet worden. Indien bij de afname van urinecontroles gebruik wordt gemaakt van een andere methode, dient daarvoor een wettelijke basis te bestaan. Voor de door
de inrichting toegepaste methode bestaat geen wettelijke basis. Nu bij de afname van de urinecontrole niet is voldaan aan de eisen van de Regeling, had aan klager, op basis van de uitslag van de urinecontrole, geen disciplinaire straf mogen worden
opgelegd.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is disciplinair gestraft omdat het zijn tweede positieve urinecontrole was. Bij de afname van urinecontroles wordt inderdaad afgeweken van
de
in de Regeling beschreven methode. Echter, doordat de buisjes zichzelf vullen en de dopjes reeds zijn gesealed aan de buisje is deze methode zorgvuldiger dan de methode die is beschreven in de Regeling. De directeur kan zich derhalve verenigen met de
uitspraak van de beklagcommissie.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag met beklagnummer MB 2012/39 overweegt de beroepscommissie het volgende. In artikel 3, vijfde lid, van de Regeling is onder meer bepaald dat de gedetineerde onder toezicht van een ambtenaar of medewerker de urine verdeelt over
twee aan hem verstrekte buizen. De gedetineerde sluit de buizen af en plakt vervolgens stickers met een uniek registratienummer of unieke code op de twee buizen. Uit de schriftelijke reactie van de directeur d.d. 3 september 2012 en de uitspraak van de
beklagcommissie blijkt dat in de locatie Torentijd gebruik wordt gemaakt van een urinecontrolesysteem waarbij de urine vacuüm in de buizen wordt opgezogen. Daardoor hoeven de buizen niet meer door de gedetineerde met een dopje te worden afgesloten en
te
worden verzegeld. Op basis van het vorenstaande maakt de beroepscommissie op dat de urinecontroles in de locatie Torentijd niet worden uitgevoerd conform de Regeling. Derhalve is geen sprake van een onderzoek als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van
de Pbw. De uitslag van de bij klager afgenomen urinecontrole kan derhalve geen grond vormen voor de opgelegde disciplinaire straf. De beroepscommissie zal het beroep dan ook gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het
beklag alsnog gegrond verklaren. Aan klager zal een tegemoetkoming van € 37,50 worden toegekend.

Ten aanzien van het beklag met beklagnummer MB 2012/54 overweegt de beroepscommissie dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag met beklagnummer MB 2012/39 gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van € 37,50.
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag met beklagnummer MB 2012/54 ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en prof. dr. A.M. van Kalmthout, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 19 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven