nummer: 12/3101/GV
betreft: [klager] datum: 23 oktober 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 27 september 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager was, toen hem bij de veroordeling voor de feiten waarvoor hij is gedetineerd voorwaarden werden opgelegd, verbaasd, teleurgesteld en geschokt. Klager is echter bereid om zich aan die voorwaarden te
houden en zijn volledige medewerking daaraan te verlenen. Klager is van mening dat de omstandigheid dat hij is veroordeeld tot TBS met voorwaarden niet bij voorbaat in de weg mag staan aan een algemeen verlof. Klagers einddatum van zijn detentie is
aanstaande en hij is van mening dat het uitgangspunt zou moeten zijn dat hij zich aan de voorwaarden zal houden. Klager vindt dat hij het vertrouwen dient te krijgen om met verlof te mogen gaan en aan te kunnen tonen dat hij zich aan die voorwaarden
kan
en zal houden.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is gedetineerd naar aanleiding van een veroordeling tot een gevangenisstraf met aansluitend TBS met voorwaarden. Hij functioneert goed in de inrichting. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft positief geadviseerd alsook de reclassering, waarbij is
aangegeven dat de verwachting is dat klager zich aan de gestelde voorwaarden zal houden. Het verlofadres zal niet tot bezwaren leiden. Klager heeft in een gesprek met de directeur van zijn verblijfinrichting aangegeven zich niet aan de aan de TBS
verbonden voorwaarden te zullen houden. Hij heeft aangegeven dat hij van mening is dat hij na zijn detentie rustig met de slachtoffers contact zal kunnen hebben. De feiten dateren immers al van ruim zes jaar geleden. Hij zal zich wel aan de gestelde
voorwaarden houden omdat dit moet, maar er is bij hem geen intrinsieke motivatie daartoe. Ook geeft hij aan na detentie van plan te zijn om zijn moeder, die in de gemeente woont waarvoor hem een verbod is opgelegd, te willen bezoeken. Dat voornemen
handhaafde hij ook nadat hem dit ten stelligste was ontraden. Om die reden heeft de directeur negatief geadviseerd ten aanzien van het verlof. Er is geen vertrouwen dat klager zich aan de hem gestelde voorwaarden zal houden en mitsdien ook niet in een
goed verloop van het verlof. Daarnaast is de opgelegde maatregel van TBS met voorwaarden een contra-indicatie voor verlof, tenzij dit in het kader van die maatregel uitgevoerd wordt.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichting Zwolle heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Zutphen heeft positief geadviseerd.
De reclassering heeft positief geadviseerd.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden met aftrek, wegens
- kortweg – ontucht met kinderen. Aansluitend dient hij de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 16 november 2012.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal twee verlofaanvragen indienen.
Het verzoek om verlof is afgewezen op de grond dat klager heeft aangegeven zich na zijn detentie niet aan de voorwaarden, verbonden aan de hem opgelegde TBS-maatregel te zullen houden en omdat aan klager die TBS-maatregel is opgelegd. De
beroepscommissie stelt vast dat uit het selectieadvies van de directeur van de p.i. Zwolle naar voren komt dat klager inderdaad heeft aangegeven zich niet aan alle aan de TBS-maatregel verbonden voorwaarden te willen houden. Dat zou op zich een
contra-indicatie voor verlof kunnen opleveren. Nu evenwel het OM en de reclassering positief hebben geadviseerd en klagers einddatum van zijn detentie nabij is, moet dat negatieve advies in dit geval als onvoldoende zwaarwegend worden aangemerkt. Ook
de
omstandigheid dat klager na het einde van zijn detentie een TBS-maatregel met voorwaarden dient te ondergaan is, bezien in het licht van het advies van de toezichthoudende instantie – de reclassering – geen grond voor een afwijzing van verlof. De
bestreden beslissing is daarom genomen op gronden die deze niet kunnen dragen. Het beroep is daarom gegrond en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. Aan de selectiefunctionaris zal worden opgedragen om binnen één week na ontvangst van deze
beslissing een nieuwe beslissing te nemen, met inachtneming van deze uitspraak.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van één week na ontvangst van deze uitspraak.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 23 oktober 2012
secretaris voorzitter