Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1996/TA e.a., 23 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 12/1996/TA, 12/1997/TA, 12/1998/TA, 12/1999/TA, 12/2189/TA, 12/2232/TA, 12/2233/TA, 12/2234/TA 12/2235/TA

betreft: [klager] datum: 23 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van het bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften ingediend door/namens mr. J.J. Weldam en/of

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen uitspraken van 13 juni 2012, 25 mei 2012 en 20 juni 2012 van de alleensprekende beklagrechter/beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 oktober 20120, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.J. Weldam en namens de inrichting [...], juridisch medewerker bij de
inrichting.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter/beklagcommissie
Het beklag betreft
a. het niet langer toestemming geven om een gettoblaster in de verblijfsruimte te houden c.q. de inbeslagname van een gettoblaster;
b. de weigering om klager te laten telefoneren met zijn advocaat;
c. het openen van post en de weigering om post te versturen;
d. het onderzoek in klagers verblijfsruimte;
e. de weigering om klager onbegeleid te laten telefoneren met de Raad voor de Kinderbescherming en het Bureau Jeugdzorg;
f. de weigering om een mp3-speler in te voeren;
g. de weigering van personeel om te reageren op klagers oproepen;
h. de weigering om tevergeefs gemaakte reiskosten te vergoeden aan klagers bezoeker;
i. de weigering bezoek en weigering invoer;
j. de weigering om klager ontbijt te verstrekken.

De beklagcommissie heeft het beklag onder i formeel gegrond verklaard, klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag vermeld onder a, f, g, h en j en het beklag vermeld onder b, c, d, e en i (voor het overige) ongegrond verklaard op de gronden als
in
de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter/beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot a:
Klager had de gettoblaster al drie jaar in zijn verblijfsruimte. De gettoblaster had geen opnamemogelijkheid. De gettoblaster was al eerder in beslag genomen en weer aan klager teruggegeven. Inmiddels heeft klager de gettoblaster weer terug.
Met betrekking tot b:
Klager mocht niet bellen toen hij het vroeg. Op het latere tijdstip, dat hij wel mocht bellen, was zijn advocaat al weg. Hij heeft hem twee dagen later gesproken.
Met betrekking tot c:
Dit is een welles-nietesverhaal.
Met betrekking tot d:
Er is ten onrechte geen schriftelijke mededeling gedaan. Dat klager tijdens een onderzoek in zijn verblijfsruimte wordt opgesloten, gaat te ver en is niet noodzakelijk.
Met betrekking tot e:
In verband met klagers privacy had hij in staat gesteld moeten worden om vertrouwelijk/onbegeleid met deze instanties te telefoneren. Tot het incident mocht klager onbegeleid met de gezinsvoogd bellen. Klager vraagt zich af hoe het kan dat, wanneer hij
vertrouwelijke informatie meedeelt tijdens een rechtszaak, die informatie wordt doorgespeeld.
Met betrekking tot f:
het apparaat een opnamefunctie zou hebben, maar het apparaat had geen opnamemogelijkheid. Andere tbs-gestelden mochten wel een dergelijk apparaat aanschaffen en hebben zelfs een mp4-speler. Klager heeft de mp3-speler inmiddels weer terug.
Met betrekking tot g:
Dit betreft een beslissing van het hoofd van de inrichting. Het is van belang om te reageren op oproepen. Stel dat er iets gebeurt.
Met betrekking tot h en i:
Het afdelingshoofd weet dat klager de reiskosten voor zijn bezoekers betaalt. In dit geval bedroegen de reiskosten € 70,=. Zijn ex-vriendin kwam met veel spullen die klager wilde invoeren. Hij had tijdig toestemming gevraagd om de spullen in te voeren.
Hem is uitgelegd dat hij een dag van tevoren had moeten vragen of alles in orde is, maar dit is niet zijn verantwoordelijkheid.
Met betrekking tot j:
Klager zat achter de deur, maar ook dan moet de inrichting driemaal per dag een maaltijd aanbieden. Hem is geen ontbijt aangeboden. Hij was ‘pissed off’. Het personeel was meer bezig met de eigen veiligheid dan met het verstrekken van het ontbijt.

In een nagekomen brief van klager, binnengekomen op 18 oktober 2012, voert klager met betrekking tot de klachten genoemd onder a en f nog aan dat hij pas op 4 april 2012 beklag heeft ingesteld omdat hem toen pas zou zijn medegedeeld dat zijn spullen in
beslag genomen waren. Hij meent daarom dat hij tijdig beklag heeft ingesteld.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het volgende toegevoegd aan het tegenover de beklagrechter/beklagcommissie ingenomen standpunt.
Met betrekking tot a:
De beslissing is op 22 maart 2012 genomen en aan klager meegedeeld. Het beklag is op 4 april 2012 ontvangen door de beklagcommissie en derhalve te laat ingediend. In verband met klagers uitspraken dat hij gesprekken zou hebben opgenomen, is de
gettoblaster in beslag genomen.
Met betrekking tot b:
Klager is die dag om halfvier in de gelegenheid gesteld om met zijn advocaat te bellen. Dat de advocaat toen niet bereikbaar was, kan niet aan de inrichting worden toegerekend.
Met betrekking tot c:
Klagers brieven worden niet geopend en ingezien en zijn post wordt gewoon verstuurd.
Met betrekking tot d:
Een schriftelijke mededeling is niet vereist. Het onderzoek is ingesteld in verband met de orde en veiligheid. Gezocht werd naar opnameapparatuur, maar die is niet aangetroffen.
Met betrekking tot e:
Klager diende begeleid te bellen in verband met het incident op 21 maart 2012. De Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg zijn geen geprivilegieerde instanties.
Met betrekking tot f:
Ook dit beklag is gericht tegen een beslissing die op 22 maart 2012 is genomen en meegedeeld aan klager. Het beklag is ontvangen op 4 april 2012 en derhalve te laat ingediend.
Met betrekking tot g:
Op oproepen wordt zo spoedig mogelijk gereageerd.
Met betrekking tot h en i:
Het bezoek is wel binnen geweest, maar is door klager later weggestuurd.
Met betrekking tot j:
Klager was erg boos en uit veiligheidsoverwegingen is het personeel niet zijn verblijfsruimte ingegaan. Het ontbijt is tussen 10.30 uur en 11.30 uur binnengebracht.

De juridisch medewerker van de inrichting heeft desgevraagd meegedeeld dat zij zal nagaan of de gettoblaster en de mp3-speler aan klager zijn teruggegeven en zij heeft in een faxbericht van 9 oktober 2012 geantwoord dat zij navraag heeft gedaan op
klagers afdeling en dat haar is bevestigd dat de apparaten aan klager zijn teruggegeven.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a en f overweegt de beroepscommissie dat door klager is gesteld dat de beslissingen van 22 maart 2012 pas op 4 april 2012 aan hem zijn meegedeeld. Dit is namens het hoofd van de inrichting weersproken. De beroepscommissie acht niet
aannemelijk geworden dat het beklag door klager tijdig is ingesteld. Zij zal derhalve het beroep op deze punten ongegrond verklaren en de uitspraken van respectievelijk de beklagrechter en de beklagcommissie bevestigen. Overigens is inmiddels gebleken
dat de apparaten geen opnamemogelijkheid hadden en weer aan klager zijn teruggegeven.

Met betrekking tot b overweegt de beroepscommissie dat niet aannemelijk is geworden dat klager zou hebben aangegeven dat hij dringend met zijn advocaat diende te telefoneren. De beroepscommissie zal op dit punt het beroep ongegrond verklaren en de
uitspraak van de beklagrechter bevestigen met aanvulling van de gronden.

Met betrekking tot c, g en h en j overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter/beklagcommissie. Het beroep zal derhalve op
deze punten ongegrond worden verklaard en de uitspraken van de beklagrechter/beklagcommissie worden bevestigd.

Met betrekking tot d overweegt de beroepscommissie dat het onderzoek in klagers verblijfsruimte is ingesteld naar aanleiding van een mededeling van klager op een zitting van de rechtbank dat hij opnames van gesprek(ken) zou hebben gemaakt. De
beroepscommissie is van oordeel dat de inrichting op de gronden als vermeld in artikel 29, eerste lid, van de Bvt juncto artikel 23, eerste lid, van de Bvt terecht klagers verblijfsruimte heeft onderzocht en dat de daarbij aangetroffen gettoblaster
daarbij voor onderzoek in beslag kon worden genomen.
De beroepscommissie zal op dit punt het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden.

Met betrekking tot e overweegt de beroepscommissie dat in artikel 36, eerste lid, van de Bvt geprivilegieerde personen en instanties worden aangewezen.
Uit de uitspraak van de beroepscommissie nummers 11/712/TA en 11/2002/TA van 19 december 2011 volgt dat voor beantwoording van de vraag of in dit geval sprake is van een geprivilegieerd contact van belang is of sprake is van een functionaris werkzaam
bij een dienstonderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dat in de uitoefening van zijn taak handelt namens de Minister (of Staatssecretaris). De Raad voor de Kinderbescherming is weliswaar een onderdeel van het Ministerie van Veiligheid
en Justitie, doch verstrekt onafhankelijke adviezen aan justitiële en maatschappelijke instanties. Het Bureau Jeugdzorg is geen onderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en beide instanties vallen ook niet onder de overige
instanties/personen als vermeld in artikel 36 van de Bvt. Dit betekent dat de Raad voor de Kinderbescherming noch het Bureau Jeugdzorg kan worden beschouwd als een geprivilegieerde instantie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de
uitspraak van de beklagcommissie worden bevestigd met aanvulling van de gronden.

Met betrekking tot i overweegt de beroepscommissie dat voor wat betreft de invoer van klagers eigendommen klager tijdig een verzoekformulier heeft ingediend en dat het aan de inrichting te wijten is dat hij zijn eigendommen, die door zijn bezoeker zijn
meegenomen, niet tijdig heeft kunnen invoeren. Naar het oordeel van de beroepscommissie is het beroep van klager op dit punt gegrond. Zij vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Gelet op de door
klager gemaakte kosten acht zij een tegemoetkoming van € 50,= op zijn plaats. Voor het overige verklaart de beroepscommissie het beroep ongegrond en bevestigt zij de uitspraak van de beklagcommissie.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van a, b, c, d, e, f, g en h ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraken van de beklagrechter/
beklagcommissie met voor wat betreft b, d en e aanvulling van de gronden.
Zij verklaart het beroep met betrekking tot i ten aanzien van de invoer van klagers eigendommen gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag in zoverre gegrond. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming
toe van € 50,=. Zij verklaart het beroep met betrekking tot i voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven