Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2093/GA en 12/2184/GA, 17 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:17-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2093/GA en 12/2184/GA

betreft: [klager] datum: 17 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager en de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem,

gericht tegen de uitspraak van 18 juni 2012 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 september 2012, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur.
Voorts was als toehoorder aanwezig [...], stagiaire bij de p.i. Haarlem.

Hoewel klager,die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, a de uitval van de sport, b de duur van de sport, c het totaal aantal uren activiteiten, d de recreatie.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag onder a en heeft het beklag onder b en d gegrond en onder c ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. De beklagcommissie heeft een
tegemoetkoming van tweemaal €5,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag onder b en d.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
De beklagcommissie heeft het beklag onder b en d gegrond verklaard, maar uit de uitspraak blijkt niet of er nu ook veranderingen komen en per wanneer. Klager is het niet eens met de toegekende tegemoetkomingen. Klager en zijn medegedetineerden voelen
zich afgescheept met het luttele bedrag van € 5,=. Klager zit al veertien maanden in de p.i. Haarlem en hij heeft deze problemen al verschillende keren bij het personeel aangegeven. Ook heeft hij hierover met de gedetineerdencommissie gesproken.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten aanzien van a:
In de klacht wordt geen concreet moment genoemd waarop de sport is uitgevallen en klager dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag. De directie kan immers niet aangeven wat de reden van de uitval van het sportmoment is geweest.

Ten aanzien van b:
Ter zitting van de beklagcommissie is de klacht aangevuld met de duur van het sportmoment en ter zitting kan niet een onderdeel aan de klacht worden toegevoegd. De directie kan het verweer niet voorbereiden en de beklagtermijn is ook ruimschoots
overschreden. Dit onderdeel had derhalve niet-ontvankelijk moeten worden verklaard.
In het rooster is voor de sport 50 minuten ingepland, 45 minuten sport en 5 minuten looptijd. Daarna kan er 15 minuten worden gedoucht. Voorts worden in het weekeinde vaak extra sportmomenten ingepland.
De looptijd van 5 minuten is niet royaal, maar het is voldoende, omdat de sport ook wel op het vlak wordt gegeven. Voor het opstellen van het dagprogramma hanteert DJI het Makki-model. In dit model is elke activiteit aan een personeelslid gekoppeld en
de looptijd valt daarbuiten. In dit model mogen er niet te veel momenten zijn waarop er geen activiteiten zijn, zgn ‘witte vlekken’. Het dagprogramma dient ter goedkeuring aan DJI te worden voorgelegd. Indien een inrichting te veel personeel inroostert
voor bijvoorbeeld de looptijden dan komt dit voor eigen rekening van de inrichting.

Ten aanzien van c:
In een regime van beperkte gemeenschap heeft een gedetineerde recht op een dagprogramma van minimaal 18 uur en maximaal 63 uur. Conform de richtlijnen van DJI wordt in een huis van bewaring (h.v.b.) gestreefd naar een 43-urig programma. De p.i. Haarlem
voldoet aan deze verplichting.

Ten aanzien van d:
In totaal zijn er 6 uur en 10 minuten recreatie per week ingepland in het dagprogramma. Aangezien de recreatiezaal grenst aan de afdelingen is de 10 minuten extra tijd voldoende om de looptijden te compenseren. Er moeten 30 gedetineerden worden
uitgesloten door drie p.i.w.-ers. Indien er een langere looptijd in het rooster wordt opgenomen komt het dagprogramma in de knel.
De directeur acht een compensatie niet aangewezen.

3. De beoordeling
Ten aanzien van a:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep van klager zal derhalve ongegrond worden verklaard

Ten aanzien van b:
In het klaagschrift wordt geklaagd over de regelmatige uitval van de sport en ter zitting van de beklagcommissie is deze klacht uitgebreid met de duur van de sport. De beroepscommissie overweegt dat een dergelijke uitbreiding van de klacht feitelijk
een
nieuwe afzonderlijke klacht inhoudt. Deze klacht had (tijdig) moeten worden ingediend bij de beklagcommissie. Nu dat is nagelaten, kan klager niet worden ontvangen in zijn beklag. Het beroep van de directeur zal gegrond worden verklaard.

Ten aanzien van c:
Het h.v.b. Haarlem is een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap. In de uitspraak van de beklagcommissie wordt de brief van de sectordirectie gevangeniswezen van 29 juli 2008, kenmerk 5533253/08/DJI, aan de directeuren van de p.i. inzake
‘richtlijnen dagprogramma’ genoemd. Wat er ook zij van de status van deze brief, het dagprogramma van de inrichting voldoet aan de in deze brief genoemde richtlijn van 43 uur per week. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de
beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep van klager zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van d:
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep van de directeur zal derhalve ongegrond worden verklaard. De beroepscommissie kan zich echter
niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 10,=. Het beroep van klager zal gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van klager ten aanzien van a en c ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur ten aanzien van b gegrond en het beroep van klager ongegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
De beroepscommissie verklaart het beroep van klager ten aanzien van d voor zover dit gericht is tegen de toegekende tegemoetkoming gegrond en het beroep van de directeur ongegrond. Zij vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en kent
klager een tegemoetkoming toe van € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. Th. E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 17 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven