Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1353/GA, 16 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1353/GA

betreft: [klager] datum: 16 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen,

gericht tegen een uitspraak van 13 april 2012 van de beklagcommissie bij voormelde locatie op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 september 2012, gehouden in de penitentiaire inrichting Hoogeveen, zijn gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur, en [...], juridisch medewerker.

Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing d.d. 3 februari 2012 van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager ter zake een tegemoetkoming van € 50,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij beslissing van 1 november 2011 is klagers verlofaanvraag afgewezen. Klagers beklag tegen deze afwijzing is bij uitspraak van 6 januari 2012 gegrond verklaard door de beklagcommissie, de beslissing is vernietigd en de directeur is opgedragen om
binnen vier weken een nieuwe beslissing te nemen. De directeur heeft beroep ingesteld en op 3 februari 2012 een nieuwe beslissing genomen en het verzoek opnieuw afgewezen.
De beroepscommissie heeft in haar uitspraak van 30 maart 2012 het beroep van de directeur ongegrond verklaard, maar de uitspraak van de beklagcommissie vernietigd voor zover de directeur een nieuwe beslissing zou moeten nemen. Klager nam namelijk sinds
20 februari 2012 deel aan een penitentiair programma en kwam om die reden niet meer in aanmerking voor algemeen verlof. Om die reden heeft de beroepscommissie een tegemoetkoming van € 50,= toegekend. Achteraf beschouwd had de directeur de beslissing
van
3 februari 2012 niet hoeven nemen. De beklagcommissie was ten tijde van de uitspraak, op 13 april 2012, op de hoogte van de uitspraak van de beroepscommissie van
30 maart 2012 en het is onbegrijpelijk dat de beklagcommissie het beklag toch gegrond heeft verklaard.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de uitspraak van de beroepscommissie van 30 maart 2012 nummer 12/98/GA volgt dat de beroepscommissie heeft geoordeeld dat de directeur na de uitspraak van de beklagcommissie van 6 januari 2012 niet opnieuw een beslissing hoefde te nemen met
betrekking tot klagers aanvraag voor algemeen verlof, omdat klager inmiddels deelnam aan een penitentiair programma en niet meer in aanmerking kwam voor algemeen verlof.
Vóór de uitspraak van de beroepscommissie had de directeur echter al overeenkomstig het bepaalde in de uitspraak van de beklagcommissie van 6 januari 2012 op 3 februari 2012 een nieuwe beslissing genomen en het verzoek opnieuw afgewezen.
Artikel 70, eerste lid, van de Pbw bepaalt dat het indienen van een beroepschrift de tenuitvoerlegging van de uitspraak van de beklagcommissie niet schorst.

Het onderhavige beroep betreft de beslissing van de directeur van 3 februari 2012, waarvan de beroepscommissie in haar uitspraak van 30 maart 2012 heeft bepaald dat die beslissing niet genomen hoefde te worden. In die zin is het beklag, getoetst in het
licht van de uitspraak van de beroepscommissie nummer 12/98/GA van 30 maart 2012, terecht gegrond verklaard en in zoverre zal het beroep van de directeur ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie worden bevestigd met wijziging
van de gronden.
Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan klager - nogmaals - een tegemoetkoming toe te kennen en in zoverre acht de beroepscommissie het beroep van de directeur gegrond. Zij vernietigt op dit punt de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt
dat klager niet opnieuw een tegemoetkoming wordt toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur voor wat betreft de gegrondverklaring van het beklag ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden en verklaart het beroep van de directeur
gericht tegen de toekenning van een tegemoetkoming van € 50,= gegrond, vernietigt op dit punt de uitspraak van de beklagcommissie en kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, dr. H.G. van de Bunt en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven