Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2505/GB, 16 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2505/GB

Betreft: [klager] datum: 16 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Torentijd te Middelburg afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 31 mei 2012 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave. De einddatum van klagers detentie is nog niet bekend.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft gevraagd om overgeplaatst te worden naar een h.v.b. in Middelburg vanwege de kortere reistijd voor zijn twee dochters van 16 en 19 jaar. Klager vraagt zich af wat het uitmaakt voor het
onderzoek of hij in Middelburg of Grave zit.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Het OM heeft negatief geadviseerd omdat er in de strafzaak van klager sprake is van mededaders. Het onderzoek loopt nog. Zolang iemand de status van preventief
gehechte gedetineerde heeft, is het advies van het OM leidend bij een besluit op een verzoek om overplaatsing.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager is preventief gehecht ten behoeve van het arrondissementsparket Breda. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan
wel nabij het arrondissement van vervolging. De inrichting waar klager thans verblijft, grenst aan het arrondissement van vervolging. Bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. Hetgeen
klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden kan niet als een bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. Bovendien moet gelet op de preventieve status van klager een zeer groot belang worden gehecht aan het negatieve advies van het OM. De op
de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit,
voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van A. Sinan, secretaris, op 16 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven