Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2861/GV, 15 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:15-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2861/GV

betreft: [klager] datum: 15 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 september 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is het oneens met de afwijzing van zijn verzoek om strafonderbreking, de afwijzing van zijn verzoek om tijdelijk verlof en de afwijzing van zijn verzoek tot overplaatsing.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking is afgewezen, omdat hij is gedetineerd in verband met een vrijheidsbenemende
maatregel. Klager is namelijk gegijzeld op grond van de Lex Mulder.

3. De beoordeling
Klager was sedert 6 juni 2012 voorlopig gehecht, omdat hij werd verdacht van diefstal met geweld of bedreiging (artikel 312 Sr.). Op 19 juli 2012 is de voorlopige hechtenis met ingang van 20 juli 2012 geschorst. Klager is vervolgens vanaf 20 juli 2012
gegijzeld op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Op 21 september 2012 is de gijzeling opgeheven en is hij in vrijheid gesteld.

Ingevolge artikel 1, onder q van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting wordt onder strafonderbreking verstaan de opschorting van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf. Uit artikel 1 aanhef en onder s en t van de Pbw komt naar voren dat
gijzeling niet wordt aangemerkt als een vrijheidsstraf maar als een vrijheidsbenemende maatregel. Strafonderbreking van gijzeling is derhalve niet mogelijk. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

Voor zover het beroep zich richt tegen de afwijzing van een verzoek om overplaatsing en de afwijzing van een verzoek om tijdelijk verlof, kan klager niet worden ontvangen in zijn beroep nu van beslissingen daaromtrent niet is gebleken. Klager zal in
zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot de afwijzing van het verzoek om strafonderbreking ongegrond en verklaart klager voor het overige niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 15 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven