nummer: 12/1749/TA
betreft: [klager] datum: 9 oktober 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. T.P. Klaasen, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 21 oktober 2011 van de beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. T.P. Klaasen, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet doorverbinden van een geprivilegieerd telefoongesprek van klagers advocaat met klager op 18 en 19 augustus 2011.
De beklagcommissie heeft het beklag deels ongegrond verklaard en klager deels niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De raadsman had met klager en met instemming van de inrichting afgesproken dat hij klager op zijn contactmoment om 19.00 uur zou kunnen bellen.
Klagers
raadsman belde op 18 augustus 2011 om 18.56 uur en werd niet doorverbonden. Om 19.00 uur belde klager zelf terug. Op 19 augustus 2012 belde de raadsman om 19.00 uur. Om 19.04 uur kreeg hij de afdeling aan de lijn, maar werd niet doorverbonden, omdat
het
contactmoment inmiddels voorbij was. De wijze waarop de raadsman te woord werd gestaan is ronduit onbehoorlijk. Klagers raadsman vindt het verbazingwekkend en shockerend, dat het beklag door de beklagcommissie ongegrond is verklaard.
Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Op grond van artikel 56, eerste lid, onder e van de Bvt kan een verpleegde zijn beklag doen over een beslissing die een inperking van een recht inhoudt. Op grond van artikel 38, vierde lid jo. artikel 36, eerste lid, onder i van de Bvt heeft de
verpleegde het recht met zijn rechtsbijstandsverlener telefoongesprekken te voeren op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen. Onderhavige klacht betreft het niet doorverbinden van het telefoongesprek van klagers raadsman op 18 en 19 augustus
2011 om 18.56 uur respectievelijk 19.00 uur.
De beroepscommissie gaat er vanuit dat voormelde tijdstippen vallen binnen de tijdstippen zoals bedoeld in voormeld artikel 38, vierde lid van de Bvt, nu het hoofd van de inrichting hieromtrent geen verweer heeft gevoerd. Het hoofd van de inrichting
heeft evenmin verweer gevoerd omtrent de reden van het niet doorverbinden van de telefoongesprekken, zodat voor de beoordeling van het beroep moet worden uitgegaan van de door klagers raadsman gegeven beschrijving van de gebeurtenissen. Gelet op deze
beschrijving moet het niet doorverbinden van het telefoongesprek van klagers raadsman als in strijd met voormeld recht worden geacht. Mitsdien is klager terecht ontvangen in zijn klacht en zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de
uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet in de gegrondverklaring van dit beklag voldoende genoegdoening voor klager en acht derhalve geen termen aanwezig voor het daarnaast toekennen
van een financiële tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 9 oktober 2012
secretaris voorzitter