nummer: 12/1793/TA
betreft: [klager] datum: 4 oktober 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 31 mei 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. T.P. Klaasen om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de verzorging.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De klacht is gericht tegen het zesmaal aanbieden van maaltijden met varkensvlees aan klager die belijdend moslim is, tijdens zijn verblijf op de afdeling Isis 1. Klager is op 13 februari 2012 overgeplaatst naar de afdeling Sfinx 1.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De inrichting bestrijdt dat meermalen maaltijden met varkensvlees aan klager zijn aangeboden tijdens zijn verblijf op de Isis afdeling. Behoudens de eenmalige fout op 9 februari 2012, die ter plekke is hersteld middels een vervangende halalmaaltijd,
zijn er geen maaltijden met varkensvlees aan klager aangeboden.
3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat alleen klachten over een (vermeende) schending van een wettelijk recht als gevolg van het niet betrachten van een zorgplicht als ontvankelijk worden aangemerkt en inhoudelijk beoordeeld. Als de klacht betrekking
heeft op de wijze van betrachten van een zorgplicht dient klager niet-ontvankelijk in zijn beklag te worden verklaard.
Op 9 februari 2012 is aan klager een maaltijd met varkensvlees verstrekt. De inrichting heeft de fout direct hersteld en klager is een vervangende halalmaaltijd aangeboden.
Door en namens klager is voorts gesteld dat zesmaal eerder verkeerde maaltijden zijn verstrekt. In het klaagschrift van 9 februari 2012, ingekomen bij de beklagcommissie op 14 februari 2012, is dit niet als zodanig aangevoerd. Geklaagd wordt daarin dat
te vaak varkensvlees is voorgeschoteld in een kleine drie (voorafgaande) jaren.
De beklagcommissie behoefde dit niet op te vatten als een klacht die behandeling door de beklagcommissie verdient. Klager kan niet voor het eerst in beroep met de klacht komen dat zesmaal eerder varkensvlees is verstrekt in plaats van halalmaaltijden.
Gezien het voorgaande kan hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 4 oktober 2012
secretaris voorzitter