Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2859/GB, 4 oktober 2012, beroep
Uitspraakdatum:04-10-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2859/GB

Betreft: [klager] datum: 4 oktober 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 september 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 1 oktober 2012 te melden in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is op 10 mei 2012 veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien dagen. Voornoemde uitspraak is op 25 mei 2012 onherroepelijk geworden. Op 16 augustus 2012 is klager opgeroepen om zich op 1 oktober 2012 te melden in de b.b.i. van de locatie
Groot Bankenbosch. Klager heeft zich op 1 oktober 2012 gemeld.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
klager wil uitstel om de hem opgelegde straf te ondergaan. Zijn echtgenote heeft een posttraumatische stressstoornis waarvoor zij een behandeling krijgt. Zij is een complete instorting nabij. Verder is zij (ten tijde van instellen van het beroep) 30
weken zwanger. De afwezigheid van klager levert problemen op voor zijn echtgenote en mogelijk ook voor de baby. Daarnaast levert het problemen op voor de zesjarige dochter van zijn echtgenote, nu klager haar niet kan steunen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Er zijn geen actuele stukken voorhanden waaruit blijkt hoe de huidige (psychische) situatie van klagers echtgenote is. Uitstel is verder geen oplossing, aangezien klagers echtgenote in november 2012 zal bevallen van haar tweede kind. Het nu ondergaan
van de detentie betekent dat klager voor en na de bevalling zorg aan zijn echtgenote en de baby kan geven.
Tijdens zijn detentie kan klager voor hulp en zorg een beroep doen op de ouders van zijn echtgenote en wellicht op buren en ouders van de school van de dochter van zijn echtgenote. Ook kan klager zich, indien er problemen zijn met betrekking tot de
opvang van de dochter, melden bij het Bureau Jeugdzorg of het Centrum voor Werk en Gezin in zijn woonplaats, dan wel tot het maatschappelijk werk.
Dat klager een baan heeft vormt evenmin aanleiding tot het verlenen van uitstel.

4. De beoordeling
4.1. De b.b.i. van de locatie Groot Bankenbosch is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager verzoekt om uitstel van zijn meldplicht, vanwege de psychische situatie van zijn echtgenote, die bovendien zwanger is, en in verband met de opvang en zorg van de dochter van zijn echtgenote. Uit de stukken blijkt dat klager, alvorens hij
een oproep tot melden ontving, een verklaring heeft ondertekend waarin hij aangeeft gevolg te zullen geven aan een oproep zich te melden in een b.b.i. De beroepscommissie is van oordeel dat klager hierbij rekening heeft kunnen houden met de
thuissituatie en voorzieningen had kunnen treffen. Overigens blijkt uit de stukken niet of de psychische gesteldheid van zijn echtgenote thans - zij zou immers al een behandeling hebben ondergaan - zodanig is dat klagers aanwezigheid thuis
noodzakelijk
is. Ten slotte blijkt niet dat klager bij een latere melddatum geen problemen met betrekking tot zijn werk zal hebben. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking
komende
belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, dr. mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 4 oktober 2012

secretaris voorzitter

Naar boven