Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0932/GA, 18 september 2012, beroep
Uitspraakdatum:18-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/932/GA

betreft: [klager] datum: 18 september 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak van 12 maart 2012 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 augustus 2012, gehouden in de p.i. Vught, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Vught, gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen
gebruikgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de intrekking van de eerder gegeven toestemming voor het overnemen van een playstation door klager van een medegedetineerde.

De beklagcommissie heeft het beklag op formele grond gegrond verklaard en voor het overige ongegrond op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager wilde een playstation spelcomputer overnemen van een medegedetineerde. Voor de overdracht was mede door een medewerker van de inrichting een
goederenformulier ondertekend. Overdracht van goederen tussen gedetineerden tijdens hun verblijf in de inrichting is niet toegestaan. Dit staat in de huisregels. De overdracht is derhalve op een later tijdstip door het afdelingshoofd ongedaan gemaakt.
De directeur is in beroep gegaan, omdat een directeur een fout die door een medewerker is gemaakt, moet kunnen herstellen. Ook precedentwerking moet worden voorkomen.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager heeft geen beroep ingesteld tegen het door de beklagcommissie ongegrond verklaarde deel van het beklag over de weigering toestemming te verlenen voor de overdracht van een playstation spelcomputer van een medegedetineerde. Het door de directeur
ingestelde beroep richt zich derhalve alleen tegen het oordeel van de beklagcommissie dat klager moet kunnen vertrouwen op het overdrachtsformulier, dat mede door een personeelslid is ondertekend. Nu de regels omtrent de overdracht van goederen zijn
opgenomen in de huisregels moet het naar het oordeel van de beroepscommissie voor klager kenbaar zijn geweest en wist hij dat de aanvankelijk door een personeelslid verleende toestemming voor de overdracht van de spelcomputer een onjuiste beslissing
betrof. In een dergelijke situatie kan niet worden gesproken van een door de directeur bij klager gewekt gerechtvaardigd vertrouwen, waaraan klager rechten kan ontlenen. De directeur was derhalve bevoegd de onjuiste beslissing te herstellen. Het beroep
van de directeur zal daarom gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal in zoverre worden vernietigd en het beklag van klager zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daarbij het beklag van klager op formele grond gegrond is verklaard en verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. B.J. de Jong, voorzitter, dr. M. Kooyman en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 18 september 2012

secretaris voorzitter

Naar boven