Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2010/GB, 13 september 2012, beroep
Uitspraakdatum:13-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2010/GB

Betreft: [klager] datum: 13 september 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 juni 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de locatie Schutterswei te Alkmaar ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager was sedert 15 november 2011 gedetineerd. Op 26 april 2012 heeft hij een aanvang gemaakt met deelname aan een penitentiair programma met elektronisch toezicht (p.p. met e.t.). Op 2 mei 2012 is het p.p. met e.t. beëindigd en is klager
teruggeplaatst naar de locatie Schutterswei. Op 12 juli 2012 is klager ontslagen uit detentie.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager kan zich niet vinden in de gronden waarop het bezwaarschrift ongegrond is verklaard. Anders dan de selectiefunctionaris blijft aanvoeren is klager van mening niet twee keer langer dan twee uur afwezig te zijn geweest. Hij is één keer langer dan
twee uren weggeweest, de andere keer ging het om anderhalf uur, voor welke tijd klager naar zijn mening toestemming had gekregen. Klager heeft zijn afwezigheid gemeld aan de reclassering (via de voicemail) terwijl hem wordt verweten die afwezigheid
niet
gemeld te hebben. Ook heeft hij voor zijn afwezigheid toestemming gekregen van een medewerker van de reclassering. Hem is ook niet medegedeeld dat hij zich op 30 april 2012 slechts tussen 10.00 uur en 18.00 uur mocht verwijderen van zijn verblijfadres.
Hij was van mening dat die dag een gewone werkdag was. Later bleek hem dat die dag als feestdag werd beschouwd, maar dat stond onduidelijk in het schema vermeld. Klager ontkent dat hem is medegedeeld dat hij zich niet in het trappenhuis mocht ophouden.
Bij de installatie van het elektronisch toezicht is hem gemeld dat, als hij zich te ver van de installatie zou begeven, er een signaal zou uitgaan. Omdat er geen signaal uitging, dacht klager dat hij in het trappenhuis mocht verblijven. Klager betwist
dat hem door een reclasseringsmedewerker zou zijn medegedeeld dat hij zich niet in het trappenhuis mocht ophouden. Indien dit door die betreffende reclasseringsmedewerker zou zijn gemeld, hetgeen klager betwist, lopen de lezingen uiteen en is er geen
aanleiding om te veronderstellen dat de herinnering van de betreffende medewerker betrouwbaarder zou zijn dan die van klager. Klager vraagt de beroepscommissie om het beroep gegrond te verklaren en hem een tegemoetkoming toe te kennen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij plaatsing in een p.p. worden duidelijke afspraken gemaakt omtrent de regels en met name met betrekking tot het elektronisch toezicht. Gelet op de rapportage van de reclassering, die toezicht houdt op de afspraken die zijn gemaakt en de naleving
daarvan, is besloten klagers p.p. te beëindigen en hem te plaatsen in de locatie Schutterswei. Klager heeft regels overtreden waarvan hij op de hoogte was. Hij is te laat binnengekomen op zijn huisadres, wat tot gevolg had dat er meldingen binnenkwamen
van het e.t. Ook heeft hij zich in het trappenhuis van zijn woning begeven, waarvan hem duidelijk te verstaan is gegeven dat dit buiten de in het e.t. toegestane tijden niet mocht. Omdat klager diverse keren is aangesproken op zijn gedrag maar dit in
de
wind heeft geslagen, is besloten het p.p. te beëindigen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Schutterwei is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris en het daarbij gevoegde selectieadvies van de directeur van de PIA Haarlem wordt voldoende aannemelijk dat klager zich op zowel 27 april 2012 als op 30 april 2012 gedurende langere tijd niet heeft
bevonden op de plaats waar hij zich – op grond van gemaakte afspraken in het kader van het aan het p.p. verbonden e.t. – toen diende te bevinden. De vraag of dit steeds langer dan twee uren is geweest, acht de beroepscommissie van ondergeschikt belang.
Het zich niet houden aan de afspraken met betrekking tot het e.t. rechtvaardigt een beslissing om het p.p. te beëindigen en klager te plaatsen in een “gesloten” inrichting. Hetgeen door en namens klager naar voren is gebracht met betrekking tot de
gestelde onduidelijkheid over gemaakte afspraken wordt onvoldoende aannemelijk geacht. Gelet op het vorenstaande moet worden geoordeeld dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 13 september 2012

secretaris voorzitter

Naar boven