nummer: 12/2661/GV
betreft: [klager] datum: 12 september 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Sol, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 16 augustus 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft na de uitspraak van de beroepscommissie met nummer 12/1750/GV van 19 juli 2012 (inhoudende gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de bestreden beslissing en opdracht om een nieuwe beslissing te nemen) klagers
verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Naar aanleiding van de uitspraak van de beroepscommissie is een nieuwe beslissing genomen ten aanzien van klagers verzoek om algemeen verlof. Klagers verzoek is afgewezen. Volgens klager is de bestreden
beslissing onvoldoende gemotiveerd en is onvoldoende rekening gehouden met de inhoud van de uitspraak van de beroepscommissie. Namens klagers raadsman wordt verder toegelicht dat hij nog niet de beschikking heeft over de bestreden beslissing. De
onderliggende stukken, waaronder het advies van de politie, zijn opgevraagd bij de inrichting. Na ontvangst van deze stukken zullen de gronden worden aangevuld.
In een nadere reactie van 11 september 2012 is namens klager aangevoerd dat de selectiefunctionaris heeft aangegeven dat klager vrouwen tot slachtoffer zou hebben gemaakt. De selectiefunctionaris stelt dat “voordat klager eventueel in aanmerking zou
kunnen komen voor verlof, zal eerst het Openbaar Ministerie (OM) tezamen met de politie een bericht naar de slachtoffers moeten laten gaan; echter deze vrouwen zijn moeilijk traceerbaar”. Volgens klager blijkt hieruit dat de slachtoffers kennelijk niet
in de omgeving van de door klager opgegeven verlofadressen verblijven. Was dit wel het geval geweest, dan waren de slachtoffers wel traceerbaar geweest. Het advies van de Vrijheden Commissie is uitsluitend gebaseerd op het bovenstaande citaat. Ook dit
advies kan volgens klager niet in stand blijven.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Gelet op de uitspraak van de beroepscommissie is de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein verzocht een nieuw advies vrijheden te sturen waarin de actuele stand van zaken
is
betrokken. Zoals is beschreven in de reactie van 20 juni 2012 op het (eerdere) beroepschrift heeft de politie aangegeven bezwaar te hebben tegen de door klager opgegeven verlofadressen. Verder heeft het OM nu ook aangegeven bezwaar te hebben tegen het
verlenen van algemeen verlof aan klager. Als motivering heeft het OM aangegeven dat klager is veroordeeld voor mensenhandel bij ernstig verslaafde vrouwen. Bovendien heeft hij sommige van deze vrouwen meermalen verkracht. Deze vrouwen bewegen zich op
plaatsen waar de politie ze niet goed kan beschermen. Voordat klager eventueel in aanmerking zou kunnen komen voor verlof zal eerst het OM tezamen met de politie een bericht naar de slachtoffers moeten laten gaan; echter deze vrouwen zijn moeilijk
traceerbaar. Tevens heeft de verlofcommissie negatief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek. Gezien het voorgaande is besloten dat klager niet in aanmerking komt voor algemeen verlof.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de p.i. Nieuwegein heeft op basis van de negatieve externe adviezen negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
Het OM heeft op 12 mei 2012 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen verlofverlening aan klager. Echter voor een tweede aanvraag algemeen verlof is het OM opnieuw aangeschreven. Het OM heeft op 25 juni 2012 aangegeven bezwaar te hebben tegen algemeen
verlof, omdat klager is veroordeeld voor mensenhandel bij ernstig verslaafde vrouwen. Bovendien heeft hij sommige van deze vrouwen meermalen verkracht. Deze vrouwen bewegen zich op plaatsen waar de politie ze niet goed kan beschermen. Voordat klager
eventueel in aanmerking zou kunnen komen voor verlof, zal eerst door het OM tezamen met de politie een bericht naar de slachtoffers moeten gaan. Zij zijn moeilijk traceerbaar.
De politie heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat zowel het eerste als het tweede door klager opgegeven verlofadres niet kan worden aangemerkt als een aanvaardbaar verlofadres.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaar met aftrek, wegens opzetheling (artikel 416 Sr.), vrijheidsberoving (artikel 282 Sr.), mishandeling (artikel 300 Sr.) en diefstal met geweld of bedreiging (artikel 312 Sr.). Aansluitend dient hij een
gevangenisstraf van veertien dagen te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum van zijn detentie valt op of omstreeks 31 januari 2013.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vier verlofaanvragen indienen.
In de eerdere uitspraak van de beroepscommissie met nummer 12/1750/GV van 19 juli 2012 is klagers beroep tegen de afwijzing van zijn verzoek om algemeen verlof gegrond verklaard, omdat - kort gezegd - de motivering van het negatieve advies van de
politie met betrekking tot de door klager opgegeven verlofadressen onvoldoende was om de verlofadressen zonder meer aan te merken als onaanvaardbaar. De beroepscommissie overwoog dat dat oordeel met feiten en omstandigheden zal moeten worden
onderbouwd.
De beroepscommissie heeft de bestreden beslissing vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak, hetgeen heeft geleid tot de thans bestreden beslissing. Uit het advies vrijheden van 16
augustus 2012 is niet gebleken dat de politie opnieuw heeft geadviseerd over de verlofadressen of dat het oordeel van de politie over de verlofadressen met feiten en omstandigheden nader is onderbouwd. Verder is de beroepscommissie van oordeel dat het
negatieve advies van het OM onvoldoende is geconcretiseerd. Immers, de ernst en de aard van het delict waarvoor klager is veroordeeld kunnen geen zelfstandige grond opleveren voor een afwijzing van het verzoek om algemeen verlof. Verder blijkt uit het
advies van het OM niet in welke omgeving de slachtoffers zich bevinden en evenmin blijkt hoe en of de slachtoffers getraceerd kunnen worden teneinde hen een bericht te sturen dat klager met verlof zal gaan. Derhalve is de beroepscommissie van oordeel
dat het negatieve advies van het OM onvoldoende zwaarwegend is om aan verlofverlening van klager in de weg te staan. Hierbij is tevens in aanmerking genomen dat het OM eerder heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verlenen van verlof aan
klager. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
De beroepscommissie beslist dat aan klager verlof zal worden verleend en bepaalt dat haar beslissing in de plaats komt van de beslissing waarvan beroep. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 12 september 2012
secretaris voorzitter