Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2512/GV, 5 september 2012, beroep
Uitspraakdatum:05-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2512/GV

betreft: [klaagster] datum: 5 september 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 1 augustus 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster om haar beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klaagsters verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klaagster heeft is het beroep als volgt toegelicht.
Vier maanden terug is klaagster teruggeplaatst. Zij is al gestraft voor het feit en heeft recht op verlof.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klaagster is in april 2012 gesanctioneerd omdat na een regimair verlof is vastgesteld dat zij harddrugs heeft gebruikt. Het recent gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen in detentie is een contra-indicatie om in aanmerking te komen voor verlof. De
eerste twee verlofverzoeken worden op grond van het Drugsontmoedigingsbeleid afgewezen. De huidige verlofaanvraag is het tweede verlofverzoek.

Op klaagsters verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Nieuwersluis heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag gezien het Drugsontmoedigingsbeleid.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te ’s-Gravenhage heeft aangegeven dat klaagster zich tijdens haar detentie niet in Zoetermeer mag begeven. Voorts is het advies positief.
De politie heeft het verlofadres in Rotterdam goedgekeurd.

3. De beoordeling
Klaagster ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan anderhalf jaar voorwaardelijk, met aftrek, wegens diverse misdrijven. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 1 september 2012. Aansluitend dient zij een hechtenis
van
tien maanden te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klaagsters tweede verlofaanvraag. Zij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Uit het advies van 1 augustus 2012 komt naar voren dat klaagster na een regimair verlof van 15 april 2012 positief heeft gescoord op een urinecontrole. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid een forse contra-indicatie vormt
voor
verlofverlening en dat deze, mede gezien het Drugsontmoedigingsbeleid, een afwijzing van klaagsters verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de
weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 4 onder c van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 5 september 2012

secretaris voorzitter

Naar boven