Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1976/TB, 15 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:15-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1976/TB

betreft: [klager] datum: 15 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. F.A. Dronkers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 7 juli 2010 van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 september 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.A. Dronkers, en namens de Minister, [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële
Inrichtingen van het ministerie van Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft beslist klager over te plaatsen naar het FPC Oldenkotte te Rekken.

2. De feiten
Klager is bij arrest van het Hof te Leeuwarden van 5 juni 2001 veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en tbs. Bij besluit van 28 mei 2004 is hij geplaatst in het FPC Hoeve Boschoord (hierna: Hoeve Boschoord).
De Minister heeft op 7 juli 2010 beslist klager over te plaatsen naar het FPC Oldenkotte. Deze overplaatsing is op 9 juli 2010 gerealiseerd.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is veroordeeld tot gevangenisstraf en tbs vanwege het (meermalen) plegen van ontuchtige handelingen. Klager verblijft vanaf 27 september 2004 in Hoeve Boschoord en heeft sinds 25 april 2005 onbegeleid verlof op het terrein van Hoeve Boschoord.
Op
29 april 2007 is hij geplaatst in de Eikenhof, de zorgboerderij van Trajectum, en op 1 april 2010 is hij verhuisd naar een zelfstandig appartement op het terrein. Sinds mei 2010 heeft klager onbegeleid verlof in de regio. In het rapport aan het
Ministerie van Justitie van 2 juli 2010 is vermeld dat het begeleide verlof zonder uitzondering uitstekend verloopt.
Een van de slachtoffers heeft recent bedreigingen jegens klager geuit. Hoeve Boschoord heeft van die bedreiging melding gemaakt bij de politie en de vrijheden van klager werden, voor zijn eigen veiligheid, ingetrokken. Klager werd overgeplaatst naar
een
gesloten afdeling. Kennelijk heeft het slachtoffer zich daarna nog eens laten zien op het terrein van Hoeve Boschoord. Klager is door Hoeve Boschoord niet altijd goed op de hoogte gesteld over zijn veiligheid.
Op 16 juni 2010 heeft een behandelplanbespreking plaatsgevonden, waar klager niet bij is betrokken. Hoeve Boschoord heeft overplaatsing naar een andere tbs-kliniek de enige verantwoorde en realistische optie genoemd, aangezien de veiligheid van klager
niet meer kon worden gegarandeerd. Hoeve Boschoord heeft onderkend dat overplaatsing verregaande gevolgen zou hebben voor klager, nu hij het afgelopen jaar een zeer positieve ontwikkeling had doorgemaakt. Hoeve Boschoord vraagt zich af of klager in
staat is op een adequate manier met de overplaatsing om te gaan en of hij in staat is het geleerde in een nieuwe situatie in praktijk te brengen.
Klager bestrijdt de noodzaak tot overplaatsing. Drs. M., behandelverantwoordelijke in Hoeve Boschoord, heeft tegenover klager benadrukt dat hij niet overgeplaatst zou worden, omdat het zo goed met hem ging.
De omstandigheid dat klager op niet al te grote geografische afstand is geplaatst van de woonplaats van een slachtoffer kan hem niet na jaren worden tegengeworpen. Indien een slachtoffer vastbesloten is de confrontatie te zoeken met klager zal hij daar
ook voor willen reizen.
Het beginsel van goede bejegening wordt met voeten getreden. Hieronder wordt o.m. verstaan: verantwoord inspelen op een onverwachte situatie. Het besluit tot overplaatsing is disproportioneel: met veel minder verregaande maatregelen had tot een
verantwoorde situatie kunnen worden gekomen. Het beginsel van individualisering waarborgt dat de ingeslotene recht heeft op een op zijn individuele situatie toegesneden redelijke afweging van belangen.
Verwezen wordt naar de uitspraak van de beroepscommissie van 19 februari 2010, 09/2487/TB. In deze zaak was er te weinig tijd tussen de uitreiking van de beslissing en de feitelijke overplaatsing, zodat klager de mogelijkheid werd ontnomen een
schorsingsverzoek in te dienen.
Verzocht wordt het beroep gegrond te verklaren en klager terug te plaatsen naar de afdeling Eikenhof van Hoeve Boschoord en hem zijn oorspronkelijke vrijheden met inbegrip van de verloven terug te geven.
Voor wat betreft de vergoeding van proceskosten refereert de raadman zich aan het oordeel van de beroepscommissie.

Namens de Minister is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
Klager is in verband met zijn eigen veiligheid overgeplaatst naar FPC Oldenkotte. Klagers veiligheid was ernstig in het geding en dat woog zwaarder dan andere belangen.
De zorgboerderij waar klager verbleef is een open terrein en vrij toegankelijk voor derden. Een andere optie was het geven van verlof op ruime afstand van Hoeve Boschoord. Dit zou echter geen oplossing zijn, zolang hij nog op de zorgboerderij
woonachtig
was. Het verblijf van klager in een gesloten afdeling van Hoeve Boschoord was nog niet veilig genoeg. Er waren zoveel bedreigingen dat overplaatsing noodzakelijk werd geacht. De overplaatsing moest ook snel gebeuren, omdat één van de slachtoffers al
een
paar keer op het terrein was geweest. Aan het feit dat het slachtoffer op het politiebureau heeft verklaard niets tegen klager te zullen ondernemen, wordt niet veel waarde gehecht. Klager is licht verstandelijk gehandicapt (LVG) en volgens DJI
verblijven in FPC Oldenkotte ook LVG-patiënten. Binnen de tbs is er geen met Hoeve Boschoord vergelijkbare setting. Indien klager voor zijn eigen veiligheid op een gesloten afdeling van Hoeve Boschoord dient te verblijven, komt dit zijn behandeling
niet
ten goede.
Klager is wel degelijk op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond zijn veiligheid. Hij is na elke behandelbespreking geïnformeerd over hetgeen is besproken.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Minister, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Minister geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten vrouwen,
zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Minister heeft de beslissing tot overplaatsing van klager genomen op basis van het herselectieverzoek van 7 juli 2010 met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan
niet bestaan van een beheers/vluchtrisico.

Uit de stukken komt naar voren dat in Hoeve Boschoord een stijgende lijn in het functioneren van klager zichtbaar is geweest en dat zijn overplaatsing naar een andere inrichting als traumatisch zou worden ervaren en zijn resocialisatie ernstig zou
belemmeren. Het feit dat niettemin die overplaatsing in gang is gezet en is gerealiseerd, vindt zijn oorzaak in louter buiten klager gelegen factoren. De te dien aanzien genoemde bescherming van de veiligheid van klager is weliswaar aannemelijk
geworden, maar onduidelijk is waarom die overplaatsing op stel en sprong moest plaatsvinden en waarom klager niet op de gesloten afdeling van Hoeve Boschoord kon blijven totdat een plaats in een (meer) geschikte inrichting was gevonden.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen moet de beslissing klager over te plaatsen naar het FPC Oldenkotte, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, onredelijk en onbillijk worden geacht. Het beroep zal derhalve gegrond worden
verklaard.

Nu de bestreden beslissing op materiële grond dient te worden vernietigd zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde in artikel 66, derde lid, onder a van de Bvt in verbinding met artikel 69, vijfde lid van de Bvt de Minister opdragen
binnen
uiterlijk een maand na ontvangst van en met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen.

Klager heeft ten gevolge van de inmiddels onjuist bevonden beslissing een behandelachterstand opgelopen. Voor een zodanig niet meer ongedaan te maken rechtsgevolg dient klager een tegemoetkoming te worden geboden. De beroepscommissie stelt deze vast op
250,= voor elke maand dat klager ten onrechte in FPC Oldenkotte heeft verbleven.

Voor zover klager verzoekt om vergoeding van gemaakte proceskosten op de voet van het bepaalde in art 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), geldt dat art. 1:6 van de Awb – onder meer – hoofdstuk 7 van de Awb niet van toepassing verklaart op in
het kader van de Bvt genomen beslissingen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op materiële grond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Minister op binnen uiterlijk een maand na ontvangst van en met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de Minister toekomende tegemoetkoming op
€ 250,= elke maand dat klager ten onrechte in FPC Oldenkotte heeft verbleven.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. drs. T.A.M.Louwe en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 15 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven