Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1274/GA, 31 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:31-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 12/1274/GA

betreft: [klager] datum: 31 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen,

gericht tegen een uitspraak van 13 april 2012 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 augustus 2012, gehouden in de locatie Ooyerhoek Zutphen, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Norgerhaven.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klagers bezoek (zonder toezicht) dat stond gepland op
14 maart 2012 door de inrichting is afgebeld, zonder dat hierover van te voren met klager is gesproken.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. De beklagcommissie heeft aan klager een tegemoetkoming van € 7,50 toegekend.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 8 maart 2012 is aan klager een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting op eigen cel opgelegd vanwege een positieve urinecontrole. Op 10
maart 2012 is de straf, vanwege het door klager vertoonde negatieve gedrag, omgezet in een disciplinaire straf van opsluiting op een strafcel. Op 14 maart 2012 zou klager bezoek zonder toezicht ontvangen. Uit artikel 21, derde lid, van de Regeling
straf- en afzonderingscel penitentiaire inrichtingen volgt dat bezoek ten tijde van afzondering alleen onder toezicht kan plaatsvinden. Klagers bezoek zonder toezicht kon dus niet doorgaan. Dit brengt niet met zich mee dat het bezoek zonder toezicht
automatisch wordt omgezet in bezoek onder toezicht. De mogelijkheid tot omzetting bestaat wel, maar wordt alleen toegepast indien daartoe wordt verzocht en indien er voldoende capaciteit beschikbaar is. Er wordt hierbij een actieve, zelfstandige
houding
van de gedetineerde verwacht. Het is klagers eigen verantwoordelijkheid om voortijdig het personeel kenbaar te maken dat hij het geplande bezoek zonder toezicht wil omzetten. Niet is gebleken dat klager dit destijds kenbaar heeft gemaakt. Het valt de
directeur derhalve niet te verwijten dat het bezoek zonder toezicht niet is omgezet naar regulier bezoek. Een gedetineerde heeft recht op ten minste één uur regulier bezoek per week en ten hoogste één keer bezoek zonder toezicht per maand. Het is niet
de bedoeling dat een gedetineerde door omzetting van bezoek zonder toezicht naar regulier bezoek vijfmaal per maand regulier bezoek ontvangt. Overigens heeft een personeelslid verklaard dat klager op 14 maart 2012 rond 10:00 uur in de gelegenheid is
gesteld om het bezoek zelf af te bellen. Dit heeft klager ook gedaan.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 14 maart 2012 zou klager bezoek zonder toezicht ontvangen van zijn vriendin. In de middag heeft klager zijn vriendin gebeld en van haar heeft hij te
horen gekregen dat zij door de inrichting is gebeld met de mededeling dat het bezoek zonder toezicht geen doorgang kon vinden omdat klager een disciplinaire straf heeft opgelegd gekregen. Klager heeft dus via zijn vriendin te horen gekregen dat het
bezoek zonder toezicht niet doorging. Het personeel heeft niet met klager gesproken over het feit dat het bezoek zonder toezicht geen doorgang kon vinden en over de mogelijkheid tot omzetting van het bezoek. Als het bezoek niet doorgaat wordt dit
normaliter doorgegeven aan de gedetineerde. Omdat de inrichting het bezoek zonder toezicht reeds had afgebeld was het voor klager niet meer mogelijk om het bezoek zonder toezicht om te zetten in regulier bezoek. Bovendien heeft de inrichting zonder
eerst met klager te overleggen en zonder zijn toestemming zijn vriendin gebeld. Dit is een schending van klagers privacy. Andere gedetineerden die in een strafcel verbleven hebben wel bezoek zonder toezicht ontvangen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat het op 14 maart 2012 geplande bezoek zonder toezicht geen doorgang heeft gevonden. Klager stelt dat de inrichting zijn bezoek heeft afgebeld, zonder dat dit van te voren met hem is besproken. Hoewel de directeur in
het
beroepschrift van 3 mei 2012 heeft vermeld dat klager zelf in de gelegenheid is gesteld om zijn bezoek af te bellen, heeft de directeur ter zitting klagers stelling in het geheel niet weersproken. De beroepscommissie gaat daarom uit van de juistheid
van
klagers stelling.

Uit artikel 21, derde lid, van de Regeling straf- en afzonderingscel penitentiaire inrichtingen blijkt dat een gedetineerde die in een strafcel verblijft alleen bezoek onder toezicht kan ontvangen. Nu klager op 14 maart 2012, in het kader van een hem
opgelegde disciplinaire straf, in een strafcel verbleef, kon derhalve het geplande bezoek zonder toezicht geen doorgang vinden. Hoewel kennelijk de eigen verantwoordelijkheid van de gedetineerde bij het omzetten van het bezoek zonder toezicht, in
bezoek
onder toezicht voorop staat, heeft de inrichting klagers bezoek afgebeld zonder dat hierover van te voren met klager is overlegd. Daarmee is klager de van hem verwachte verantwoordelijkheid ontnomen en was het voor hem niet meer mogelijk om het bezoek
om te zetten. Bovendien is in het kader van klagers privacy niet wenselijk dat de inrichting zonder medeweten van klager contact opneemt met klagers vriendin en haar mededelingen doet over klagers detentiesituatie. Het handelen van de directeur kan
niet
als redelijk en billijk worden aangemerkt. Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden, bevestigen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 31 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven