Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2226/SGA, 19 juli 2012, schorsing
Uitspraakdatum:19-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2226/SGA
Betreft: [klager] datum: 19 juli 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. W. Drummen, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van genoemde p.i. d.d. 12 juli 2012, inhoudende de oplegging van een ordemaatregel van plaatsing in
afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, ingaande op 12 juli 2012 om 15.00 uur en eindigende op 26 juli 2012 om 15.00 uur. Deze ordemaatregel is aan verzoeker opgelegd na een tip over een eventuele ontvluchtingspoging of
ondersteuning van een ontvluchtingspoging. Hierbij is verzoekers naam genoemd dan wel verzoekers naam vertoont grote overeenkomsten met de genoemde naam. In het kader van het lopende onderzoek is verzoeker in de afzonderingscel geplaatst. Gedurende het
onderzoek is verzoeker niet toegestaan contact met derden te hebben en mag hij niet luchten.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift d.d. 17 juli 2012 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 19 juli 2012.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat voor een deel het geval.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter rechtvaardigt het onderzoeksbelang vooralsnog de oplegging van genoemde ordemaatregel en in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel van een ongestoorde
tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming wordt de beslissing van de directeur om verzoeker gedurende het onderzoek niet toe te staan contact te hebben met derden niet onredelijk of onbillijk en ook niet in strijd met een wettelijk voorschrift geacht.
Het verzoek dient derhalve in zoverre te worden afgewezen.
De beslissing van de directeur dat verzoeker niet mag luchten daarentegen is – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter - genomen in strijd met het wettelijk voorschrift zoals neergelegd in de artikelen 24 lid 2 en 49, lid 1 en 3 Pbw, inhoudend het
recht om dagelijks tenminste een uur in de buitenlucht te verblijven. Het betreft hier een fundamenteel recht dat alleen in (zeer) uitzonderlijke omstandigheden beperkt kan worden. Van zodanige (zeer) uitzonderlijke omstandigheden is i.c. niet
gebleken.
Dat er geen gebruik kan worden gemaakt van de luchtkooi omdat deze is afgekeurd tengevolge waarvan het luchten op de reguliere luchtplaats zou plaatsvinden kan niet als een dergelijke omstandigheid worden aangemerkt.

Het verzoek zal daarom ten aanzien van de beslissing dat verzoeker gedurende het onderzoek niet mag luchten worden toegewezen en de tenuitvoerlegging van onderhavige ordemaatregel zal in zoverre met onmiddellijke ingang worden geschorst tot het moment
dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe voor zover dit betrekking heeft op de beslissing van de directeur dat verzoeker gedurende het onderzoek niet mag luchten en schorst de tenuitvoerlegging van onderhavige ordemaatregel in zoverre met onmiddellijke
ingang, tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist. Wijst het verzoek voor het overige af.

Aldus gegeven door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 19 juli 2012.

secretaris voorzitter

Naar boven