nummer: 12/1854/GA
betreft: [klager] datum: 29 augustus 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de locatie Havenstraat te Amsterdam,
gericht tegen een uitspraak van 8 mei 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 10 augustus 2012, gehouden in de penitentiaire inrichting Krimpen aan den IJssel, is klager gehoord. De plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Havenstraat, [...], heeft schriftelijk laten weten niet
in de gelegenheid te zijn ter zitting te verschijnen. De directeur heeft zich niet doen vervangen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beslissing van de directeur tot afwijzing van klagers verzoek om algemeen verlof van 10 juni 2011 tot en met 12 juni 2011, in verband met een openstaande strafzaak.
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en heeft een tegemoetkoming toegekend van € 50,=.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt schriftelijk als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. De beklagrechter heeft ten onrechte het beklag gegrond verklaard omdat ter onderbouwing van de afwijzing van
klagers verzoek uitsluitend externe advisering zou zijn aangevoerd. In artikel 6, tweede lid, Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling) is vermeld dat bij afwijzing van het verzoek de beslissing kort wordt gemotiveerd. In de afwijzing
van klagers verzoek wordt als reden vermeld een nog openstaande strafzaak, waardoor klager momenteel is uitgesloten van vrijheden. Klager heeft volgens de directeur niet verzocht om zijn standpunt mondeling toe te lichten. Volgens de directeur is, door
de beslissing kort te motiveren, voldaan aan de vereisten als gesteld in de Regeling. In de Regeling staat niet vermeld dat de directeur een mening moet geven over externe advisering indien wordt besloten om externe advisering over te nemen.
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Klagers raadsman kon niet bij de zitting van de beroepscommissie aanwezig zijn in verband met een zitting in Arnhem. Klager wil
graag dat de directeur bij de behandeling ter zitting aanwezig is. Klager verzoekt om aanhouding van de behandeling van het beroep, zodat zijn raadsman en de directeur erbij kunnen zijn.
Verder licht klager toe dat hij acht jaar en zes maanden gedetineerd is geweest. Inmiddels is klager in vrijheid gesteld. Er was inderdaad sprake van een openstaande strafzaak in verband met de verdenking van een nieuw strafbaar feit. Klager is 45
dagen
preventief gehecht in verband met deze verdenking. Klager is twee keer met verlof geweest, terwijl op dat moment al sprake was van de openstaande zaak. Daarna is klagers verzoek tot verlof steeds afgewezen en heeft hij geen verlof meer gehad. Hij heeft
hier heel veel last van gehad, omdat hij niets kon regelen voor zijn voorwaardelijke invrijheidstelling. Zijn v.i.-datum lag in februari 2012. Volgens klager is zijn v.i.-datum is door de openstaande zaak niet opgeschoven. Klager is dakloos, omdat hij
niets heeft kunnen regelen. Inmiddels is hij in Den Helder op vrijwillige basis met de reclassering bezig.
3. De beoordeling
Klager heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep. De beroepscommissie begrijpt dat klager met name om aanhouding van de behandeling van het beroep heeft verzocht, omdat hij de directeur wil laten weten hoe ingrijpend de afwijzing
van de verloven voor hem is geweest. Hoewel de beroepscommissie hier begrip voor kan opbrengen, is de zitting hier niet voor bestemd. Nu de beroepscommissie zich voldoende ingelicht acht om het beroep te beslissen, wijst zij klagers verzoek om
aanhouding af.
Op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder b, van de Regeling komt een gedetineerde in aanmerking voor algemeen verlof wanneer - kort gezegd - hij ten minste een derde deel van de onvoorwaardelijke opgelegde straf heeft ondergaan en zijn
strafrestant ten minste drie maanden en ten hoogste een jaar bedraagt. Blijkens de toelichting bij dit artikel mag een gedetineerde om in aanmerking te komen voor algemeen verlof niet verwikkeld zijn in gerechtelijke procedures op grond waarvan de
oorspronkelijke ontslagdatum nog zou kunnen verschuiven. Om dit te kunnen verifiëren dient de directeur inlichtingen in te winnen bij de Justitiële Documentatiedienst en het Landelijk Coördinatiepunt Arrestatiebevelen.
De directeur heeft klagers verzoek om algemeen verlof op 12 mei 2011 afgewezen in verband met een openstaande zaak. Blijkens de toelichting bij artikel 14 van de Regeling had de directeur dienen te onderzoeken of klagers v.i.-datum door de openstaande
zaak nog zou kunnen verschuiven. Daarbij had bij het parket dat belast was met de behandeling van de openstaande zaak informatie kunnen worden ingewonnen (vgl. onder meer de uitspraak van de beroepscommissie van 19 juli 2011 met nummer 11/1884/GV). Nu
niet gebleken is dat de directeur enig onderzoek heeft verricht naar de vraag of de openstaande zaak zou kunnen leiden tot een verschuiving van klagers v.i.-datum, is de beroepscommissie van oordeel dat de afwijzing van klagers verzoek om algemeen
verlof als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep van de directeur dan ook ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen, met wijziging van de gronden.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 29 augustus 2012
secretaris voorzitter