Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1565/TA, 27 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:27-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1565/TA

betreft: [klager] datum: 27 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 mei 2012 verzonden uitspraak van 17 februari 2012 van de beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. A.J. van der Velden om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet (tijdig) reageren van de locatiedirecteur op een brief van klager.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hij heeft geen terugkoppeling gehad naar aanleiding van zijn brief aan de locatiedirecteur. Dit is onrechtmatig, omdat hij op de afdeling in het bijzijn van zijn medepatiënten onrechtvaardig door een politieagent is behandeld waardoor zijn privacy is
geschonden. Klager vraagt zijn beroep gegrond te verklaren, zodat een politieoptreden op de afdeling niet meer zal voorkomen, maar alleen nog in de ruimte waar de beklagcommissie zitting houdt. Hij vraagt niet om een tegemoetkoming.
Klager wil zijn beroep graag ter zitting toelichten.

Het hoofd van de inrichting heeft gemeld geen aanleiding te zien om zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep nader toe te lichten en heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren.

3. De beoordeling
Klager heeft aangegeven het beroep mondeling te willen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu zij zich - gelet op de aard van het beklag - op grond van de stukken voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Ook naar het oordeel van de beroepscommissie ziet het beklag op feitelijk handelen van de
locatiedirecteur
waartegen op grond van artikel 56 Bvt geen beklag openstaat.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 27 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven