Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0918/GA, 23 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/918/GA

betreft: . [klager] datum: 23 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W.G.M. Kral, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 maart 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Maashegge te Overloon,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 juli 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord namens klager mr. J.W.G.M Kral, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Maashegge.
Klager, die inmiddels in het kader van detentiefasering op een verlofadres verblijft, is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van 14 dagen ingaande 21 december 2011 ter voorkoming van ontvluchting, omdat de uitslag van een urinecontrole
duidt
op mogelijke fraude.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het beklag van klager bevat drie onderdelen. Ten aanzien van de onderdelen a en b, betrekking hebbende op de gevolgde procedure bij de urinecontrole, respectievelijk de toepassing van art. 8, derde lid van de Regeling urinecontrole penitentiaire
inrichtingen, zijn er geen opmerkingen. Ten aanzien van onderdeel c wordt het volgende aangevoerd. De schriftelijke mededeling is klager te laat uitgereikt en daardoor kwam hij te laat op de hoogte van de beslissing. Het gaat hier om een belangrijke
bepaling in de Pbw die bescherming moet bieden en waar niet zomaar aan voorbij mag worden gegaan. Klager vraagt zich af of het wel juist is geweest om een ordemaatregel op te leggen. Dat had een disciplinaire straf moeten zijn. Hiervoor wordt verwezen
naar een uitspraak die ook bij het rogatoir verhoor is genoemd, BC 09/3174/GA van 11 februari 2010.
Er is wel sprake van een laag kreatininegehalte na een urinecontrole maar niet van verwijtbaarheid. Klager heeft veel urinecontroles gehad die altijd goed waren. Het is een sportieve vent en hij heeft geen problemen tijdens de detentie. Er is in dit
bijzondere geval niet strafwaardig gehandeld.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De ordemaatregel is opgelegd ter voorkoming van ontvluchting. Klager verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Hij is ter herselectie aangeboden bij de selectiefunctionaris. Klager heeft 1 dag in afzondering verbleven en is daarna meteen
overgeplaatst. De schriftelijke mededeling is nog wel gefaxt naar de locatie Roermond maar is daar te laat uitgereikt. In de schriftelijke mededeling staat mede dat klager is bestraft conform het drugsontmoedigingsbeleid, maar hem is geen straf
opgelegd.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 58, eerste lid, van de Pbw geeft de directeur de gedetineerde van elke beslissing als bedoeld in artikel 57, eerste lid, onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede,
gedagtekende en ondertekende mededeling.
De beroepscommissie stelt vast dat klager een ordemaatregel is opgelegd die op 21 december 2011 is ingegaan. Klager is de volgende dag overgeplaatst naar de locatie Roermond. De directeur heeft de schriftelijke mededeling van de ordemaatregel niet meer
aan klager kunnen uitreiken en heeft deze naar de locatie Roermond gefaxt. Klager stelt de schriftelijke mededeling negen dagen later uitgereikt te hebben gekregen. De directeur heeft dit niet betwist. De beroepscommissie is van oordeel dat de
schriftelijke mededeling niet onverwijld aan klager is uitgereikt en zal het beroep dan ook op formele gronden gegrond verklaren. Nu klager uiteindelijk niet in zijn belangen is geschaad ziet de beroepscommissie geen reden voor het toekennen van een
tegemoetkoming.
Inhoudelijk is de beroepscommissie van oordeel dat voldoende is gebleken dat de directeur heeft bedoeld een ordemaatregel op te leggen. Klager verbleef in de b.b.i. en werd na de uitslag van de urinecontrole ter herselectie aangeboden bij de
selectiefunctionaris. Gezien het open karakter van een b.b.i. en ter voorkoming van vlucht is klager in afzondering geplaatst. De beroepscommissie acht deze beslissing bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet onredelijk of onbillijk.
Voor het overige is de beroepscommissie niet gebleken van onregelmatigheden bij de urinecontrole en ook niet van bijzondere omstandigheden die het lage kreatininegehalte zouden kunnen verklaren. Gelet hierop is het beroep inhoudelijk ongegrond.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep op formele grond gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe. Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. R.W. van Zuijlen, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 23 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven