Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2188/GB, 23 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2188/GB

Betreft: [klager] datum: 23 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.A.W. Nillesen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 augustus 2011 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie Zoetermeer. Op 6 juni 2012 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Hoogeveen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft de selectiebeslissing pas twee uur voor de overplaatsing gekregen en was derhalve pas op dat moment op de hoogte van het feit dat hij geen vestigingsplaats had. Hij was in de
veronderstelling dat hij nog steeds stond ingeschreven op het adres in Katwijk, zoals bij zijn oproeping als getuige op 6 december 2011. Hierdoor heeft klager zich niet alsnog in kunnen schrijven bij de gemeente. Hij kan na zijn detentie bij zijn
vriendin in Katwijk gaan wonen. Klager wil graag geplaatst worden in de locatie Zoetermeer. Hier verblijft hij in de buurt van zijn sociale omgeving en kan hij bezoek van familie en vrienden ontvangen. De p.i. Hoogeveen is voor zijn vriendin en hun
zoontje te ver. Klager bevindt zich op dit moment op een afdeling waar voornamelijk gedetineerden verblijven die wegens slecht gedrag zijn overgeplaatst. Hij voelt zich niet veilig op deze afdeling. Klager wil op de wachtlijst van de locatie Zoetermeer
worden geplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Uit het selectieadvies blijkt dat klager er door de inrichting meerdere malen op is gewezen dat hij moest aangeven waar hij zich na detentie wilde gaan vestigen. Hij
stond namelijk in het GBA geregistreerd als woonachtig in Granada, Spanje. Uit dit nalaten van klager kan worden afgeleid dat hij er niet veel belang bij heeft. In verband met optimale celbenutting is daarom besloten klager te plaatsen in de p.i.
Hoogeveen. Bezoekproblemen zijn inherent aan detentie. Bij navraag bij de inrichting blijkt dat klager op een gewone afdeling verblijft met het reguliere regime zoals elders in Nederland.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Hoogeven is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd over de
bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Bovendien is het regionaliseringsbeginsel als bedoeld in artikel 25, achtste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden gezien klagers
strafrestant nog niet aan de orde.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
P.A.M. Peters, secretaris, op 23 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven