Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1605/GB, 8 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:08-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1605/GB

Betreft: [klager] datum: 8 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.P. Plasman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 mei 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 8 april 2008 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zoetermeer. Op 9 mei 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Lelystad, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De stelling dat klager niet geplaatst kan worden in een p.i. in de Randstad berust op een onjuiste voorstelling van de feiten. Klager is iedere keer op eigen verzoek overgeplaatst, of omdat een
familielid in de inrichting werkzaam was. Klager is nooit overgeplaatst omdat hij een gevaar zou opleveren voor de orde, rust en veiligheid in de inrichting. De directeur heeft bevestigd dat de gevonden USB-stick van een andere gedetineerde kan zijn.
Klager heeft niets bedoeld met de foto van een p.i.w.-er, die op klagers cel is gevonden. Deze heeft een medegedetineerde bij hem laten liggen. Klager heeft geen problemen met de betreffende p.i.w.-er. Voorts is er sprake van een zware belasting voor
klagers bezoek nu klager in de p.i. Lelystad zit gedetineerd. De reistijd bedraagt voor een enkele reis anderhalf uur. Voor klagers vriendin die fulltime studeert en stage loopt in Rotterdam is het nu moeilijk klager te bezoeken. Ook voor klagers
jonge
kinderen die door hun moeder moeten worden begeleid is de reistijd een zware belasting. De selectiefunctionaris is voorbijgegaan aan artikel 2, tweede lid, van de Pbw nu klager niet in de buurt van zijn familie is geplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is geplaatst in de p.i. Lelystad omdat de verhouding tussen een personeelslid in de locatie Zoetermeer en klager dusdanig uit de hand is gelopen, dat een
overplaatsing noodzakelijk is geworden. Klager is geplaatst in de p.i. Lelystad omdat die inrichting als gevangenis het dichtst in de buurt is van de Randstad. In de overige inrichtingen in de Randstad kan hij niet worden geplaatst, omdat hij daar in
het verleden van zijn detentie met problemen is weggeplaatst. Uit een eerdere rapportage van een verblijf in de p.i. Lelystad is gebleken, dat klagers partner en zijn kinderen regelmatig bij hem op bezoek kwamen. Hieruit is geconcludeerd dat plaatsing
in de p.i. Lelystad geen bezoekproblemen zou opleveren.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Lelystad is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De beroepscommissie is van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. De
beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat klager in verschillende inrichtingen in de Randstad niet kan worden geplaatst om diverse redenen en de p.i. Lelystad een inrichting is, die is gelegen nabij de Randstad. Voorts blijkt uit de stukken dat
klager bij een vorige plaatsing in deze p.i. niet verstoken is gebleven van bezoek.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 8 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven