Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2035/GB, 14 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:14-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/2035/GB

Betreft: [klager] datum: 14 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 juni 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een gevangenis in de Randstad afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 9 maart 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft sinds 16 december 2011 geen bezoek meer ontvangen van zijn moeder. Zijn moeder kan de reiskosten niet betalen en heeft hartproblemen waardoor lang reizen niet mogelijk is. Voorts heeft
ze nog negen andere kinderen waarvoor ze geen oppas heeft. Klager ontvangt misschien een keer per maand bezoek van zijn vriendin. Klager begrijpt dat hij vanuit de p.i. Krimpen aan den IJssel is overgeplaatst vanwege zijn gedrag maar vindt niet dat dit
verleden steeds aan hem kan worden tegengeworpen. Klager moet de kans krijgen zich te bewijzen. Het b.s.d. en de trajectbegeleider zijn positief over zijn detentiefasering.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 11 november 2011 door de locatie de Schie te Rotterdam voorgedragen voor overplaatsing in verband met aanhoudende dreigende uitspraken en houding richting het personeel. Klager is niet naar een afdeling voor beheersproblematische
gedetineerden geplaatst, omdat er nog geen sprake was van fysiek geweld. Omdat klager op korte termijn moest worden overgeplaatst, is besloten hem te plaatsen in de p.i. Hoogeveen. Klager heeft hiertegen bezwaar aangetekend in verband met zijn bezoek
en
opleidingsmogelijkheden. Klager wenste geplaatst te worden in de p.i. Krimpen aan den IJssel. Dit bezwaar is ongegrond verklaard. Klager heeft beroep ingediend en ook dit is ongegrond verklaard zie de uitspraak van 17 april 2012,
nr. 12/126/GB. Voorts heeft klager nog geen vooruitzicht op plaatsing in een (zeer) beperkt beveiligde inrichting vanwege een positieve uitslag van een urinecontrole. Bovendien is plaatsing in de p.i. Krimpen aan den IJssel niet wenselijk omdat daar
een
gedetineerde verblijft waar klager onlangs mee heeft gevochten. Het gegeven dat de relatie met zijn moeder en broer weer is hersteld doet aan het voorgaande niet af.

4. De beoordeling
Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Klager heeft zijn bezoekproblemen niet schriftelijk onderbouwd met een medische verklaring van zijn moeders
gezondheidstoestand. Om die reden kan een bijzondere omstandigheid niet worden vastgesteld. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 14 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven