Nummer: 12/2113/GB
Betreft: [klager] datum: 16 augustus 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 3 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 30 december 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van locatie Ooyerhoek Zuthpen.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft nog nooit een rapport gekregen. Hij heeft een lange straf en heeft er moeite mee om bij veel kortgestraften te zitten. Als er net een band is opgebouwd vertrekken zij alweer. Hij wil
graag naar een inrichting waar meer langgestraften verblijven. Ook voor zijn bezoek zou plaatsing in de locatie Norgerhaven wenselijk zijn. Bovendien is daar de mogelijkheid van twee keer per maand bezoek zonder toezicht. Hier zou klager graag gebruik
van maken met zijn twee kleine kinderen. In de locatie Ooyerhoek zijn veel mensen die zijn zaak uit de media kennen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De gevangenis van de locatie Norgerhaven heeft eenzelfde regime als de gevangenis van locatie Ooyerhoek en een gelijkwaardige populatie. Voorts worden er geen bijzonderheden gemeld over het gedrag van medegedetineerden.
4. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat het verblijf van meer langgestraften in een inrichting geen selectiecriterium is. Bovendien blijkt uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris dat de populatie in de locatie Norgerhaven gelijk is aan de
populatie in de locatie Ooyerhoek. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft
aangegeven over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 16 augustus 2012
secretaris voorzitter