Nummer: 12/2221/GB
Betreft: [klager] datum: 15 augustus 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W. Heemskerk, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 11 juli 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem op te roepen om zich per 16 augustus 2012 te melden in het Justitieel Medisch Centrum Haaglanden (JMC) te den Haag voor het ondergaan van een hem opgelegde
vrijheidsstraf ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is thans niet gedetineerd.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft beslist dat klager, ondanks zijn medische conditie, zelf verantwoordelijk is voor zijn vervoer naar het JMC. Klager is van mening dat die beslissing geen stand kan houden. In dat geval zouden immers veroordeelden met
beperkte fysieke mogelijkheden nooit in aanmerking kunnen komen voor een zelfmeldprocedure, tenzij die veroordeelden geld hebben om zich te laten vervoeren dan wel kennissen tot hun beschikking hebben die dat vervoer kunnen verzorgen. Ook geldt dat een
zelfmelder op het moment van invullen van het zelfmeldformulier niet kan overzien wat zijn fysieke toestand zal zijn op het moment dat hij zich daadwerkelijk zal moeten melden. Klager is als gevolg van zijn medische situatie erg beperkt in zijn
mobiliteit en heeft thans als extra handicap de gevolgen van een voetoperatie. Onder deze omstandigheden is het niet redelijk dat hij zelf in zijn vervoer moet voorzien. Nu de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) kennelijk niet bereid is vervoer te
regelen, ligt uitstel in de rede. Dan kan klager goed revalideren zodat hij zich uiteindelijk zelfstandig kan melden in het JMC.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft eerder beroep ingesteld tegen de weigering hem uitstel te verlenen van de detentie. De beroepscommissie heeft dat beroep ongegrond verklaard in haar uitspraak met kenmerk 12/1129/GB van 23 april 2012. Klager diende zich daarom op 1 mei
2012
te melden bij het JMC. Op 1 mei 2012 heeft klager bericht dat hij op 28 april 2012 was opgenomen in het ziekenhuis. Hem is daarop uitstel verleend en opgedragen zich binnen twee werkdagen na zijn ontslag uit het ziekenhuis in het JMC te melden. Op 9
mei
2012 is het tegen die beslissing ingediende bezwaarschrift ongegrond verklaard. Op 29 mei 2012 heeft klager andermaal om uitstel verzocht. Hij heeft aangegeven dat hij op 25 mei 2012 uit het ziekenhuis was ontslagen en dat hij nog niet kon reizen. Dat
verzoek is op 13 juni 2012 niet-ontvankelijk verklaard omdat klager zijn status van zelfmelder had verloren. Omdat klager op 13 juni 2012 per e-mail een verklaring van de behandelend arts aan de selectiefunctionaris heeft gezonden, waarin onder meer
staat vermeld dat niet aannemelijk is dat klager zware inspanningen, zoals reizen over langere afstanden, in staat zal zijn en hij op korte termijn een operatieve ingreep dient te ondergaan, is besloten klager weer op te nemen in de zelfmeldprocedure.
Naar aanleiding van een en ander is klager op 4 juli 2012 opgeroepen om zich op 16 juli 2012 te melden in het JMC. Klager vraagt uitstel om goed te kunnen revalideren zodat hij zich uiteindelijk zelfstandig zal kunnen melden. Omdat klager als
zelfmelder
wordt aangemerkt, dient hij zelf voor vervoer naar de inrichting zorg te dragen. Van een (tijdelijke) onmogelijkheid voor klager om te kunnen reizen, is niet gebleken. De door klager overgelegde brief van de longarts is daarvoor onvoldoende. Die brief
is meer dan zes weken oud en geschreven kort nadat klager het ziekenhuis had verlaten. Klager heeft inmiddels een volgende operatieve ingreep ondergaan.
4. De beoordeling
4.1. Het JMC is (onder meer) een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een inrichting voor opvang als bedoeld in artikel 19 van de regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling).
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Klager, die als zelfmelder moet worden aangemerkt, komt op grond van artikel 3, eerste lid, van de Regeling, in aanmerking voor plaatsing in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap en een beperkt beveiligingsniveau. Nu de Medisch
Adviseur klager op medische gronden detentieongeschikt heeft geacht voor plaatsing in een reguliere inrichting, kan klager, gelet op het bepaalde in artikel 19 aanhef en onder c van de Regeling, geplaatst worden in het JMC.
Dat onderdeel van de beslissing van de selectiefunctionaris is in het kader van de behandeling van dit beroep niet (meer) aan de orde. Door en namens klager is gesteld dat uitstel zou moeten worden verleend van de verplichting om zich in het JMC te
melden omdat klager niet in staat is om op 16 augustus 2012 op zelfstandige wijze het JMC te bereiken en hem geen vervoer van de zijde van DJI wordt aangeboden.
Nu klager zelfmelder is, dient hij in beginsel zelf voor vervoer naar de inrichting te zorgen op het tijdstip dat staat gemeld in de hem daartoe toegezonden oproep. Dat zou slechts anders zijn sprake is van de aantoonbare onmogelijkheid om zelf op
enigerlei wijze voor dat vervoer zorg te dragen. Een dergelijke aantoonbare onmogelijkheid is – bij gebreke aan van nadere feitelijke onderbouwing – niet aannemelijk geworden. Weliswaar is namens klager een schrijven van de (behandelend) longarts
overgelegd van 31 juli 2012, waarin is vermeld dat klager vooralsnog niet in staat is om zich zonder hulpmiddelen zelfstandig naar het JMC te begeven, maar uit dat schrijven wordt onvoldoende aannemelijk dat het voor klager onmogelijk zou zijn om naar
het JMC te reizen.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 augustus 2012
secretaris voorzitter