Nummer: 12/1951/GB
Betreft: [klager] datum: 14 augustus 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 13 juni 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 1 oktober 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Het was hem niet bekend dat hij een medische verklaring moest bijsluiten. Zijn medische achtergrond is bekend in de p.i. Alphen aan de Rijn. Op grond van deze medische achtergrond is zijn eerdere
verzoek ook goedgekeurd.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Op 13 maart 2012 heeft de selectiefunctionaris naar aanleiding van klagers veroordeling in eerste aanleg een selectieadvies gekregen waaruit blijkt dat klager geplaatst wilde worden in de p.i. Krimpen aan den IJssel of de locatie de Schie te Rotterdam.
Hij is toen echter geselecteerd voor de p.i. Veenhuizen wegens optimale landelijke capaciteitsbenutting. Tegen deze selectiebeslissing heeft klager, op grond van medische redenen, bezwaar aangetekend op 20 maart 2012. Dit bezwaar werd onderbouwd door
een arts van het Medisch Centrum Haaglanden. Klagers bezwaar is gegrond verklaard en hij is geselecteerd voor de inrichting van zijn voorkeur, de p.i. Krimpen aan de IJssel. Klager wil nu op grond van een medische indicatie overgeplaatst worden. Dit
wordt niet onderbouwd door een verklaring van de medisch adviseur van justitie. Voorts is er geen sprake van een gewijzigde omstandigheid waardoor het besluit anders zou moeten luiden, zie de uitspraak van de beroepscommissie van 8 oktober 2007, nr.
07/1869/GB.
4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat
klager zijn verzoek dat gebaseerd is op medische argumenten niet heeft ondersteund met een medische verklaring, hetgeen hij bij een eerder bezwaar wel heeft gedaan. Op grond van die medische verklaring is hij op eigen verzoek in de p.i. Krimpen aan den
IJssel geplaatst.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 14 augustus 2012
secretaris voorzitter