Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4456/GA-tussenbeslissing, 27 juni 2012, beroep
Uitspraakdatum:27-06-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/4456/GA-tussenbeslissing

betreft: [klager] datum: 27 juni 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.A. Blok, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 december 2011 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 mei 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, is klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. E.A. Blok, gehoord. De plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie
Zuyder
Bos, [...], heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel wegens de vondst van twee steekwapens in klagers cel op 30 april 2011;
b. het feit dat klagers recht op bezoek is geschonden tijdens zijn verblijf in de strafcel;
c. het feit dat klager na diverse terugbelverzoeken van zijn raadsvrouw niet in de gelegenheid is gesteld haar terug te bellen;
d. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen in afwachting van overplaatsing naar een andere inrichting wegens het risico op onverantwoord gedrag met mogelijke bedreiging van het
personeel;
e. de verlenging van de ordemaatregel;
f. het feit dat klager zijn spullen niet bij zich mocht houden tijdens zijn verblijf in de strafcel en zijn radio en spelcomputer (GameCube) zijn verdwenen;
g. het feit dat klager is geselecteerd voor een inrichting met een BGG-regime.

De beklagcommissie heeft het beklag onder a., b., c. en f. ongegrond verklaard, het beklag onder d. en e. gegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder g., op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van tweemaal € 15,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag onder d. en e.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager wordt op alle mogelijke manieren gestraft. Hij verblijft nog steeds in een BGG-regime. De laatste maanden is zijn gedrag erg goed. Ten
aanzien van de gevonden steekwapens heeft klager steeds consistent en gedetailleerd verklaard. Klager weet niet wie de steekwapens in zijn cel heeft gelegd, maar hij heeft het in ieder geval niet zelf gedaan. Het zou ermee te maken kunnen hebben dat
bij
het personeel bekend is dat klager is veroordeeld voor een zedenmisdrijf. Hij heeft er alles aangedaan om zijn onschuld te bewijzen. Hij heeft verzocht de steekwapens te zien, hij heeft gevraagd waar de steekwapens in zijn cel zijn aangetroffen en hij
heeft verzocht getuigen te laten horen. De directeur is klager hierin op geen enkele manier tegemoet gekomen, maar heeft alleen geantwoord dat wordt uitgegaan van het schriftelijke verslag, - een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal - van het incident.
Klager heeft pas in beklag te horen gekregen hoe de aangetroffen steekwapens eruit zagen. De directeur heeft aangegeven dat de steekwapens inmiddels zijn vernietigd. Er zijn ook geen foto’s van gemaakt. Volgens klager heeft hij geen mogelijkheden meer
om zijn standpunt te onderbouwen. Er is geen sprake geweest van een “fair trial”. Mocht het beklag onder a. gegrond worden verklaard, dan wil klager dat de klachten onder d., e. en g. op materiële gronden gegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het ontvangen van bezoek licht klager toe dat hij normaal gesproken op dinsdagochtend tussen 8.00 en 9.00 uur de gelegenheid had bezoek te ontvangen. Klager had een aantal beklagzaken lopen en het afdelingshoofd heeft gevraagd of klager
van plan was deze beklagen in te trekken. Een personeelslid heeft klager beloofd dat hij dan op woensdag bezoek zou mogen ontvangen. Klager heeft de beklagen ingetrokken, maar is vervolgens helemaal niet in de gelegenheid gesteld bezoek te ontvangen.

Verder geeft klagers raadsvrouw aan dat zij in de maand mei van 2011 minimaal drie keer per week een terugbelverzoek heeft gedaan, maar zij klager in die periode in totaal maar ongeveer vijf keer heeft kunnen spreken. De exacte data van de
terugbelverzoeken zijn niet bijgehouden. De terugbelverzoeken waren volgens klagers raadsvrouw spoedeisend, aangezien zij klager wilde spreken over de beklagzaken.

Ten aanzien van de vermissing van zijn spullen heeft klager het volgende aangegeven. Klager heeft in totaal 26 dagen in een strafcel/afzonderingscel doorgebracht en is vervolgens overgeplaatst naar afdeling B. Klager mocht niets meenemen naar de
strafcel. Zijn spullen (waaronder zijn GameCube en radio) heeft hij niet zelf ingepakt, omdat hij niet meer terug mocht naar zijn cel. Klager heeft aan het afdelingshoofd van afdeling B gevraagd of hij zijn spullen weer terug kon krijgen. Vervolgens
heeft hij een paarse GameCube teruggekregen, die niet van hem is. Klager had namelijk een zwarte GameCube. Zijn radio heeft hij na ongeveer anderhalve maand/ twee maanden weer teruggekregen. Klager heeft de paarse GameCube bij zijn overplaatsing
achtergelaten in de locatie Zuyder Bos.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat het onderzoek naar de steekwapens onvolledig is geweest. Zo is het de beroepscommissie niet duidelijk geworden waar in klagers cel de steekwapens zijn aangetroffen. De beroepscommissie acht zich onvoldoende
ingelicht om op het beroep te beslissen. Zij zal derhalve de behandeling van het beroep aanhouden opdat de voorzitter de piw-ers, die de steekwapens hebben aangetroffen en het schriftelijke verslag hebben opgemaakt, als getuigen kan horen op een nader
te bepalen tijdstip. De directeur van de locatie Zuyder Bos wordt verzocht om ervoor zorg te dragen dat bedoelde personeelsleden kunnen worden gehoord. Klagers raadsvrouw zal worden uitgenodigd bij het horen aanwezig te zijn.

4. De tussenuitspraak
De beroepscommissie houdt de behandeling van het beroep aan opdat de voorzitter de piw-ers die de steekwapens in klagers cel hebben aangetroffen als getuigen kan horen op een nader te bepalen tijdstip.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 27 juni 2012

secretaris voorzitter

Naar boven