Nummer: 12/1771/GB
Betreft: [klager] datum: 6 augustus 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 31 mei 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 14 september 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting Ter Apel.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De reisafstand voor klagers familie is te lang en zij kunnen de kosten hiervoor niet dragen. Hij heeft de afgelopen zestien maanden geen bezoek ontvangen. Zijn moeder kan niet lang reizen in verband
met haar slechte gezondheid. Nu klagers broer naar Assen is verhuist kan zij daar overnachten. De locatie Norgerhaven is ongeveer een half uur fietsen vanaf zijn broers woonadres in Assen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Er zijn geen bijzondere omstandigheden om aan klagers overplaatsingsverzoek te voldoen. Uit het selectieadvies van de inrichting blijkt dat er geen
ondersteunende bewijzen zijn van zijn moeders gezondheidstoestand of van een verhuizing van zijn broer. De inrichting geeft om die reden een negatief advies. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie.
4. De beoordeling
Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Klager heeft zijn bezoekproblemen niet schriftelijk onderbouwd met een medische verklaring of gegevens waaruit blijkt
van een verhuizing van zijn broer. Om die reden kan een bijzondere omstandigheid niet worden vastgesteld. Daarnaast merkt de beroepscommissie op dat niet aannemelijk is geworden dat klager na overplaatsing wel bezoek zal ontvangen. De op de onder 3.2
genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 6 augustus 2012
secretaris voorzitter