nummer: 12/1534/GA
betreft: [klager] datum: 6 augustus 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L. Rijsdam, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 9 mei 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan de Rijn, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het niet opvolgen van opdrachten
gegeven door het personeel, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. De rechtsgevolgen van de aan klager opgelegde disciplinaire straf zijn niet ongedaan te maken. De straf is voor hem zeer ingrijpend geweest doordat hij
nog meer in zijn vrijheid is beperkt dan noodzakelijk was. Klager wenst een tegemoetkoming die volgens de richtlijnen € 7,50 per dag is en derhalve een totaal bedrag van € 22,50.
De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. Klager heeft rijksgoederen voor oneigenlijke doeleinden gebruikt en om die reden dient er geen tegemoetkoming toegekend te worden.
3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich niet verenigen met het oordeel van de beklagrechter geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 22,50.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 22,50.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 6 augustus 2012
secretaris voorzitter