Nummer: 12/1788/GB
Betreft: [klager] datum: 6 augustus 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 1 juni 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 16 november 2004 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen. Op 15 mei 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Ooyerhoek, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt.
2.2. Bij uitspraak van 22 juni 2012, met nummer Nh 2012/000121 en Nh 2012/000138, van de beklagcommissie bij de locatie Norgerhaven, is klagers beklag betreffende een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van
veertien dagen en de verlenging van veertien dagen wegens acuut gevaar voor de medewerkers en gedetineerden binnen de inrichting materieel gegrond verklaard. De ordemaatregel is extern ten uitvoer gelegd in de landelijke afzonderingsafdeling van unit 1
van de penitentiaire inrichtingen Vught. Klager is niet in beroep gekomen waardoor deze uitspraak onherroepelijk is geworden.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De ongegrondverklaring is niet correct omdat de beklagcommissie nog geen uitspraak heeft gedaan. Er zijn geen bewijzen van de beschuldigingen jegens klager. Klager is overgeplaatst zonder overleg en
tegen zijn wil in. Hij wenst te worden teruggeplaatst en een tegemoetkoming voor het leed dat hem is aangedaan.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op 26 april 2012 is klager overgeplaatst naar een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap in verband met informatie die de directeur heeft ontvangen. Het
betreft het mogelijk voorbereiden van een ontvluchtingspoging en de mogelijke invoer van contrabande (wapen met geluidsdemper en explosieven). Van meerdere kanten heeft de directeur informatie gekregen dat klager betrokken was bij de voorbereiding van
deze ontvluchtingspoging. Op grond van deze informatie ontstaat een situatie die onveilig is voor zowel de medewerkers als de medegedetineerden in de inrichting.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat gelet op de verstrekte gegevens over de mogelijke invoer van wapens en explosieven en de voorbereiding van een ontvluchtingspoging, eventueel met geweld, de veiligheid in de inrichting
zodanig in het geding was dat klager niet meer in de locatie Norgerhaven kon verblijven.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 6 augustus 2012
secretaris voorzitter