Nummer: 12/1823/GB
Betreft: [klager] datum: 6 augustus 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 30 mei 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep en de nadere toelichting van de raadsvrouw, mr. E.A. Blok.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 22 maart 2011 in Nederland gedetineerd. Hij is in het kader van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS) vanuit Zweden naar Nederland overgebracht. Hij verblijft sinds 22 maart 2011 in de gevangenis van de locatie De
Schie te Rotterdam.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. In het selectieadvies waarop de selectiefunctionaris de beslissing heeft gebaseerd staan veel onjuistheden over klager vermeld. Hij heeft vernomen dat in de locatie Norgerhaven een goed
WOTS beleid is. Klager wil zijn leven beteren. Dit is niet mogelijk in de locatie De Schie, omdat hier medegedetineerden verblijven die klager kent van een vorig delict. Klager wil zich na detentie niet in Hoogvliet maar in Groningen gaan vestigen nu
zijn vriendin daar woonachtig is. Voorts was klager er niet van op de hoogte dat zijn verzoek om overplaatsing was opgestuurd. Hij was in de veronderstelling dat hij eerst zijn strafdossier moest laten invoeren, om op die manier de juiste gegevens voor
het selectieadvies te kunnen aantonen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. De opleidingen die klager wil gaan volgen in de locatie Norgerhaven worden daar niet (meer) aangeboden. Uit het selectieadvies volgt niet dat klager het
contact
met medegedetineerden opzoekt en wordt geeft geen blijk van enige problemen met medegedetineerden. Nu hij regelmatig bezoek ontvangt in de locatie De Schie zijn er geen gronden aanwezig om hem over te plaatsen naar de p.i. Norgerhaven. Bezoekredenen
zijn ondergeschikt aan detentie.
4. De beoordeling
Klagers einddatum is 10 augustus 2015. Het regionaliseringsbeleid als bedoeld in artikel 25, achtste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden is daardoor (nog) niet aan de orde. Voorts is het al dan niet aangeboden worden
van opleidingen in beginsel geen selectiecriterium. Bovendien is niet gebleken dat klager in de inrichting van zijn voorkeur wel de gewenste opleiding kan volgen. Voor zover klager zijn bezwaar en beroep mede heeft gegrond op bezoekproblemen, heeft
klager die onvoldoende feitelijk onderbouwd. Bovendien blijkt uit de stukken dat klager niet verstoken is bezoek. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van P.A.M. Peters, secretaris, op 6 augustus 2012
secretaris voorzitter