Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0183/GB, 8 mei 2002, beroep
Uitspraakdatum:08-05-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/0183/GB

Betreft: [klager] datum: 8 mei 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 21 januari 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1975], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 januari 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Grave te Grave ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1 Klager is sedert 23 juli 1999 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in de locatie De Schie te Rotterdam. Op 24 oktober 2001 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Grave.

3. De standpunten
3.1 Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Door zijn overplaatsing is het voor zijn familie bijna onmogelijk geworden om bij hem op bezoek te komen. Hij wil teruggeplaatst worden naar een inrichting in de regio Rotterdam.

3.2 De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In de inrichting was een dreigende situatie ontstaan tussen twee bevolkingsgroepen. Klager was bij situatie betrokken. De dreigende escalatie van de situatie kon voorkomen worden middels spoedoverplaatsingen van al dan niet directbetrokkenen omwille hun eigen veiligheid dan wel de veiligheid op de afdelingen.
In verband met het landelijk cellentekort kon eerst middels ruilingen de spoedoverplaatsing tot stand worden gebracht daar er in de regio op dat moment voor klager geen plek te vinden was.
Klager is inmiddels weer terug in de regio geplaatst, te weten in het h.v.b. Noordsingel te Rotterdam.

4. De beoordeling
Het bezwaar van klager betreft slechts zijn overplaatsing uit de regio Rotterdam. Nu klager inmiddels is teruggeplaatst naar een h.v.b. in die regio is aan zijn beroep het belang komen te ontvallen, zodat hij daarinniet-ontvankelijk moet worden verklaard

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schoone, secretaris, op 8 mei 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven