Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1012/GA, 31 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:31-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1012/GA

betreft: [klager] datum: 31 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.V. van der Bom, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 februari 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Zwolle Zuid 1,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 juli 2012, gehouden in de locatie De Karelskamp te Almelo, zijn gehoord klager en [...] en [...], respectievelijk plaatsvervangend vestigingsdirecteur en juridisch medewerker bij de locatie Zwolle Zuid 1.
Klagers raadsman mr. G.V. van der Bom, heeft schriftelijk gemeld verhinderd te zijn om ter zitting van de beroepscommissie te verschijnen, bij die gelegenheid heeft hij verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het eerder uitsluiten voor de arbeid dan noodzakelijk is om tijdig op de arbeid aanwezig te zijn, waardoor klager een deel van de voor de maaltijd bedoelde tijd moet missen.

De beklagcommissie heeft klager niet ontvankelijk verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft niet eerder geklaagd over dit feit. De uitspraak waar de beklagcommissie naar verwijst gaat over een heel ander geval. Volgens klager is het in de inrichting geldende dagprogramma duidelijk. De tijd van 12.00 uur tot 13.00 uur is
gereserveerd voor het gebruik van de maaltijd. De arbeid begint om 13.00 uur. Het Arbeidsreglement en de arbeidsovereenkomst zijn volgens klager duidelijk. Gelet daarop en gelet op het feit dat klager verblijft op een kleine afdeling, zou het niet
nodig
moeten zijn hem vijftien of twintig minuten voor aanvang van de arbeid uit te sluiten. Klager heeft zelf een verantwoordelijkheid om op tijd op de arbeid te komen. Door de in de inrichting gehanteerde gang van zaken blijft er voor het gebruik van de
maaltijd nog maar 45 minuten over. Klager is van mening dat dit te kort is. Hij krijgt de (warme) maaltijd omstreeks 12.00 uur aangeleverd. Vervolgens heeft hij dan nog een minuut of tien nodig om die maaltijd op te warmen. Effectief heeft hij dus nog
maar ongeveer dertig minuten over voor de maaltijd.

Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft in de ogen van de directeur gelijk waar het de ontvankelijkheid van zijn klacht betreft. Die klacht waarnaar de beklagcommissie verwijst, zag immers op een disciplinaire straf. In de huisregels en de arbeidsovereenkomst wordt vermeld dat
de
arbeid aanvangt tussen 13.00 uur en 13.05 uur. Om die reden worden de gedetineerden om 12.45 uur uitgesloten. Dat gebeurt omdat ze vanaf de afdeling naar de arbeidszaal moeten. Als een gedetineerde deelneemt aan de arbeid is het doel dat zij de
arbeidsduur, te weten vier uur, daadwerkelijk aan de arbeid besteden. Omdat zij tijdig moeten beginnen met de arbeid en het overbrengen naar de arbeidszaal tijd kost, is er gekozen voor dat eerdere uitsluiten. Overigens hoeft klager de warme maaltijd
niet tussen de middag te gebruiken. In de inrichting heeft iedereen de beschikking over een magnetron zodat de warme maaltijd ook ’s avonds zou kunnen worden gebruikt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om thans op het beroep te beslissen. Zij zal het verzoek om aanhouding van de behandeling daarom afwijzen.

De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk dat klager niet eerder over het thans aan de orde zijnde (te vroeg) uitsluiten voor de arbeid heeft geklaagd. Gelet daarop had de beklagcommissie klager dienen te ontvangen in zijn beklag. De omstandigheid
dat dit (te vroeg) uitsluiten bij gelegenheid van de behandeling van een andere klacht van klager zijdelings aan de orde is geweest, maakt dit oordeel niet anders. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en klager dient
alsnog ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag.

Voldoende aannemelijk is daarbij, gelet op de door de directeur geschetste gang van zaken met betrekking tot het overbrengen van gedetineerden vanaf de verblijfsafdeling naar de arbeidszaal, dat, om de gedetineerden tijdig voor aanvang van de arbeid in
de arbeidszaal te krijgen, enige tijd van het dagprogramma moet worden gereserveerd voor dat overbrengen. Gelet daarop moet de beslissing van de directeur om (onder meer) klager vijftien minuten voor aanvang van de arbeid uit te sluiten uit zijn
verblijfsruimte, - bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet onredelijk of onbillijk worden geacht. Het beklag is daarom ongegrond.

4. De uitspraak
De beroepscommissie wijst het verzoek om aanhouding van de behandeling af.
Zij vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr J.A.M. de Wit, voorzitter, dr. M. Kooyman en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 31 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven