nummer: 12/2094/GV
betreft: [klager] datum: 30 juli 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 27 juni 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. G.W.B. Meijer, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft een dubbele hernia. Door het ongepaste rijgedrag van DV&O is het een acute hernia geworden. De inrichting heeft geen enkele medische informatie ingewonnen. De inrichtingsarts is evenmin
geraadpleegd. Klager kan dit aantonen. De afwijzing is gekomen zonder dat kennis is genomen van klagers medische toestand. Klager slikt medicijnen. Door uitval van klagers been is hij hard in zijn cel gevallen. Klager moest in zijn cel blijven onder
mensonterende omstandigheden. Klager is het niet eens met de stelling van de medisch adviseur dat klager in de inrichting dezelfde behandeling ontvangt als bij klager thuis. Klager begrijpt niet dat hij als detentiegeschikt wordt gezien.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager verzoekt om strafonderbreking om medische redenen. Naar aanleiding van de adviezen is gebleken dat er geen medische noodzaak aanwezig is om strafonderbreking toe te
kennen. Hierbij is het advies van de medisch adviseur van het Ministerie van Veiligheid en Justitie doorslaggevend. Klager heeft tweemaal een verzoek ingediend en dit is tweemaal afgewezen. De zorg die klager nodig heeft kan hem ook door de inrichting
gegeven worden.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de p.i. Zuyderbos heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag
De medisch adviseur bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie ziet geen medische redenen voor een strafonderbreking.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 4 maanden met aftrek, wegens diefstal. De einddatum van zijn detentie is op of omstreeks 7 september 2012.
Op grond van artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer dat niet kan worden volstaan met een andere vorm
van verlof. Op grond van artikel 37 van de Regeling kan strafonderbreking worden verleend wegens dringende redenen van lichamelijke of psychische aard, gelegen in de persoon van de gedetineerde, indien en voor zover de inrichtingsarts heeft bevestigd
dat deze redenen aan de voortzetting van detentie in de weg staan.
Klager vraagt om strafonderbreking vanwege de gevolgen van een dubbele hernia. Gesteld noch gebleken is dat de aanvraag voor strafonderbreking wordt ondersteund door de inrichtingsarts. Gelet hierop en het negatieve advies van de medisch adviseur is de
beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op30 juli 2012
secretaris voorzitter